merkt gesteld maar jdactie, ijzigin- fiieraan iet ge- Uturele willen lukkig, geven, roef te :kelt. re ver ren en dienst eh nog onge- iktheid gegaan Isonge- et zijn e wor- ;n we- moet ilthans en na- eft en 17 MAART 1948 73 29. Schrijven van Burgemeester en Wethouders daarbij ter vaststelling aanbiedende een ontwerp-reglement voor de dienst commissies (bijlagen 1948, no. 45). (Aangehouden in de vorige vergadering) De heer DE RUITER merkt op, dat aan het hoofd van dienst wel erg veel macht is toegekend. Volgens artikel 4, le lid is hij voorzitter van de Dienstcommissie, artikel 12, 3e lid, spreekt over zaken, welke naar het inzicht van de voorzitter van de dienstcom missie niet tot de bevoegdheid van de dienstcommissie horen; ar tikel 14 geeft de Dienstcommissie het recht zich in overeenstem ming met het betrokken hoofd van dienst te doen bijstaan door een of meer hoofdbestuurders van de vakorganisatie enz. Het hoofd van dienst heeft dus wel een zeer overwegende posi tie. Uit het voorstel moet men echter opmaken, dat de Commissie van overleg, daartegen geen grote bezwaren heeft en als dat zo is, wil spreker daar ook niet verder op in gaan. De heer VAN EGERAAT zegt dat niet is bepaald, dat niet kan worden vergaderd wanneer één der groepen, volstrekt afwezig is. Spreker vindt dat niet juist. De heer VAN GILS vraagt of het zo is dat men ingevolge art. 7, le lid verplicht is om anders dan op arbeidscontract werkzaam te zijn, om zitting te kunnen nemen en ingevolge het tweede lid ook arbeidscontractanten bij uitzondering kunnen worden toegelaten. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer JONGBLOED merkt op dat in het slotartikel staat ver meld, dat wijziging van het reglement kan plaats hebben „in over leg" met of op voorstel van de Dienstcommissies of de Commissies van Overleg. Spreker zou dit willen wijzigen in „na overleg". Aldus wordt besloten. Wethouder ROMSOM kan op de opmerking van de heer de Rui ter antwoorden, dat zijn opmerking de aandacht heeft gehad van Georganiseerd Overleg en dat men na een uiteenzetting daarmede accoord kon gaan. Wat de opmerking betreft van de heer van Egeraat kan spreker zeggen dat er gevallen kunnen zijn dat slechts een enkele groep moet worden gehoord, zoals b.v. bij technische aangelegenheden. De heer VAN EGERAAT zegt zulks te begrijpen, maar hij heeft het bedoeld voor een volledige vergadering. Wethouder ROMSOM zegt, dat hij het dan nog niet nodig acht, aangezien niet is aan te nemen, dat een dergelijk geval zich kan voordoen, maar overigens heeft hij geen bezwaar tegen opname. De VOORZITTER zegt, dat die aanvulling dan ook kan worden opgenomen. Aldus wordt besloten. Met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen wordt het voorstel aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 73