84 23 MAART 1948 enz- beter kan zien waardoor het geheel misschien visueel nog mooier wordt als het reeds was, dit weegt volgens mij niet op tegen het grote verlies van dit mooiste gedeelte voor het publiek. Er is een gezegde „wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht". Dit is hier volgens mij van toepassing, want waar vindt men een stad met een zo mooi entree. En al zal het af te stane gedeelte niet omgeven worden door muren en hekken, het zal toch voor het publiek ontoegan kelijk zijn en dus verloren als wandelplaats. We mogen er op zijn hoogst naar kijken, maar inkomen niet. Hangende deze besprekingen is men op het terrein der K.M-A. reeds lang bezig om het een en ander met de grond gelijk te maken.. In deze tijd waar het niet mogelijk is om aan de grote nood op woninggebied tegemoet te komen, wegens gebrek aan materialen, wordt hier voor duizenden guldens afgebroken en zal ook het restaureren van het Kasteel wel enkele tonnen kosten. Het land is arm, maar dat schijnt niet te gelden voor het militair apparaat- In de memorie van toelichting op het contract wordt gesproken, dat indien de gemeente tegemoet wil komen aan het gebrek aan sportterrein der K.M-A. men in overweging wil nemen in Breda te blijven. Ik vraag mij echter af, of met het afstaan van een gedeelte van het Valkenberg aan deze eis voldoende tegemoet is gekomen. Ware het niet beter om elders in onze stad naar sportterreinen uit te zien- Ik geloof dat de gemeente daaraan gaarne zou meewerken. Moet daar nu juist het mooi ste gedeelte van het Valkenberg aan opgeofferd worden? In art. 2 sub b staat, dat de bomen op het af te stane gedeelte waarschijnlijk gespaard zullen blijven, maarde Staat houdt zich het recht voor een sport veld aan te leggen, waarbij dan niet alle bomen gespaard zullen kunnen blijven- Wat daarvan terecht komt laat zich gemakkelijk raden. Een troost is echter, dat de gemeente de gerooide bomen mag behouden. Als het niet zo treurig was, zou men er om kunnen lachen- Ik vraag mij echter af, als het voortbestaan der K.M-A. te Breda af hangt van het afstaan van een gedeelte van het Valkenberg waarom men, terwijl deze toestemming door de Raad nog niet is voldaan, reeds thans begonnen is met het slopen en maken van zoveel onkosten- Art. 1 sub b spreekt o-a. over de aankoop van panden in de Kraan straat, waarvoor de gemeente 25.000.zal moeten betalen- Dit ge raamde bedrag zal volgens mij in de practijk wel aanmerkelijk hoger blijken te zijn. Naast het afstaan van het Valkenberg zal de gemeente ook nog een terrein groot 3-3 H.A- moeten afstaan bij de Trip van Zout- landtkazerne, waarmede een bedrag van 75.000.gemoeid is. Ook dit bedrag zal echter wel aanmerkelijk hoger worden- De gemeente ontvangt echter van de Staat een terrein van 3.1 H-A. aan de Gasthuisvelden en het plan bestaat om daar plantsoenen en speel velden aan te leggen. De kosten hiervan worden niet opgegeven, maar volgens mij zal hier toch zeer zeker een bedrag van 3 ton mede ge moeid zijn. En ook dit is aan de lage kant- Hoezeer ik het belang van een dergelijk project inzie en hoe gaarne ook ik dit gedeelte van de stad verfraaid zag, het daarvoor benodigde bedrag lijkt me erg hoog. Er zijn juist door de gemeenteraad onlangs plannen aangenomen tot het aanleggen van vier speelvelden in verschillende wijken der stad en we hebben nog het grote plan in Boeimeer- Hiermede Ss enigszins aan het tekort op dit terrein tegemoet gekomen. Ik dacht trouwens, dat koppelverkoop verboden is, maar hierbij krijg ik toch sterk de indruk, dat we het een aan het ander aan het koppelen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 84