86
23 MAART 1948
De situatie is, zoals ons geacht medelid de heer Schijen in „Edele
Brabant" aanhaalde: Er zijn voor Breda winsten te behalen, er zijn
ook, dat valt niet te ontkennen, offers te brengen. Een juiste beslissing
kan alleen genomen worden, wanneer men kosten en baten nuchter en
objectief tegen elkaar afweegt.
Wel nu, mijnheer de Voorzitter, dlit alles is door mij geschied en daar
om zal ik met volle overtuiging mijn stem aan het voorstel van Burge
meester en Wethouders geven, omdat dit m.i- is in het welbegrepen
belang dezer gemeente."
De heer MEIJS zegt het geval als zodanig nog niet voldoende in zich
te hebben opgenomen- Hij heeft diit met opzet niet gedaan. Hij heeft
eerst ter plaatse een kijkje willen nemen om te zien of deze plannen de
goedkeuring kunnen hebben en of er ook nog mogelijkheden zijn om de
plannen te wijzigen. Wat 'dit laatste betreft is tijdens de rondgang ge
bleken, dat het nog wel mogelijk zal zijn hier en daar wijzigingen aan te
brengen waardoor -meer bomen zullen kunnen worden gespaard. Thans
is het zover, dat men gelegenheid heeft alles in zich op te nemen om
daarna het standpunt te kunnen bepalen. Spreker vindt het dan ook
voorbarig, dat er raadsleden zijn, die nu hun stem reeds bepalen- Men
moet goed bedenken waar het hierom gaat. Het gaat hier-over de vraag:
blijft de K.M.A- hier of niet. Men merkt op, dat het park historisch is,
maar men moet niet vergeten, -dat :in de loop der tijden veel is ver
anderd en verbeterd- Als men de tekeningen ziet uit de tijd dat het
nog een Franse tuin was, zal men toe moeten geven, dat het park, al
thans in onze ogen, thans veel fraaier is. Men mag het ook niet zo zien,
dat de beslissing al reeds zou gevallen zijn, omdat er reeds gebouwen
afgebroken worden. De zaak waar het om gaat iis, dat het Rijk een isfcuk
grond van de gemeente verlangt om de K.M.A- hier te kunnen behou
den- Bovendien krijgt de gemeente als compensatie een stuk van de
Gasthuisvelden. Afgezien van het feit, of spreker voor of tegen zal
stemmen, meent hij goed te doen aandacht te vestigen op een zeer be
langrijk punt, een punt wat reden kan zijn om een stuk tuin, dat toch
niet verloren gaat, af te staan. Spreker bedoelt hier de zo gewenste
doorbraak van het van Coothplein naar de Keizerstraat tussen de Cha-s-
see-kazerne en de Lange Stallen- Met het andere plan, dat ook nog
steeds bestaat voor deze doorbraak, kan spreker zich niet verenigen,
daar de bocht, die dan genomen moet worden veel te groot is en bij het
plan dat spreker bedoelt, dit niet het geval is en er bovendien niets
behoeft te worden afgebroken als een stuk hek en -muur. De Ginneken-
straat zou hierdoor ten zeerste worden ontlast.
De heer VAN1 ARENDONK wil de aandacht vestigen op twee belang
rijke punten- Op de eerste plaats op de nieuwe weg, die er zal komen
vanaf het Valkenberg langs het Kasteel naar het Kasteelplein. Het rijk
wil hier een „eigen weg" van maken. Dit vindt spreker wel bezwaar
lijk, daar hij bang is, dat de Staat op een of andere dag die weg wel
een-s zou kunnen afsluiten- Op de tweede plaats heeft spreker evenals
zijn rechter buurman ook gedacht aan een doorbraak als compensatie,
maar dan op een andere wijze. Reeds vroeger is er meermalen over ge
sproken het BrabantpaHc meer uit zijn isolement te verlossen door een
weg te maken midden over het exercitieterrein bij de Chasseekazerne.
Vooral als het Valkenberg voor een gedeelte zou gaan verdwijnen, zou
het Brabantpark meer aftrek gaan vinden als het maar gemakkelijker
bereikbaar was- Spreker zou daarom verder dit voorstel aan de han
gende kwestie verbonden willen zien.