23 MAART 1948 89 De heer VAN DEN BERG brengt naar voren, dat bij vorige bespre kingen over deze kwestie steeds het krijgen van een sportterrein op de voorgrond heeft gestaan- Dit blijkt thans niet meer het geval te zijn- De vraag is echter maar, wat er in de toekomst nog gesnoeid zal wor den. Spreker vindt het ook bezwaarlijk, dat er een apart officiersver- blijf komt, afgescheiden van het overige gedeelte van de K.M.A. Spre ker acht dit in -strijd met de democratisering- Ten-slotte vindt spreker het nog een bezwaar, dat we nu in het Valkenberg „een mooie kamer" krijgen, waar we niet in mogen komen- De heer VERHAAK wil het accent leggen op de ontwerp-overeen- komst tussen de Staat en de gemeente. Als men deze overeenkomst nader bekijkt, -dan ontwaart men dat de voordelen vrij eenzijdig aan de kant van de Staat liggen. Dit betreft zowel de ruil Gasthuisvelden/Trip van Zoutlandkazerne als het Valkenberg. Wat het eerste betreft is het immers zo, dat de Staat met het -stuk achter de Trip van Zoutlandt-kazerne kan doen wat zij wil, terwijl de gemeente op de Gasthui-svelden alleen maar speeltuin en park mag hebben. In het Valkenberg kan het Rijk op alle ogen blikken zeggen gemeente hier heb je je grond terug, maar de gemeente kan niet zeggen ik heb de grond daar of daar voor nodig- Nu is het wel waar, dat, wanneer binnen 25 jaar, uitgezonderd overmacht, de Staat de grond weer terug wil geven als het Kasteel niet meer voor de opleiding van officieren zou woeden benut de op het terrein aanwezige opstallen om niet aan de gemeente in ei-gendom overgaan, maar daar staat tegenover, dat de verbindingsweg welke de gemeente krijgt tussen het Valkenberg en het Kasteelplein, dan weer wordt afgesloten- Spre ker zag hier liever een beperking van 50 of 100 jaar. De heer VAN DEN EEDEN wijst er op, dat bij de rondgang het ver schil is gebleken tussen theorie en practijk. Als men de tekening zag vond men het stuk wat er af gaat ter grootte van 1.8 H.A- niet zo erg groot, maar als men het in werkelijkheid ziet dan is het wel een zeer groot stuk. Verder moet spreker nog de volgende opmerking maken. In de courant heeft gestaan, dat Majoor Stoorvogel zou hebben gezegd, dat de Minister van oordeel is, dat heden ten dage een officiersoplei ding moeilijk kan plaats hebben binnen de enge grenzen van een stad. Ook wanneer een gedeelte van het Valkenberg zal worden afgestaan, zal dit toch nog het geval zijn- Vervolgens i-s het een grote vraag of de officiersopleiding op deze wijze zal worden voortgezet- Gezien de huidige verhoudingen in Europa is het heel goed mogelijk, dat men over enige tij-d hier zal verdwijnen; zelfs is een internationale opleiding in de toekomst niet onmogelijk. Tenslotte is het zo, dat de Staat ten alle tijde terug kan, terwijl de gemeente een groot offer brengt van zijn park, wat toch een sieraad is van de stad. Hierna v-erzoekt de VOORZITTER aan prof. Bijhouwer de meer tech nische vragen te willen beantwoorden. Prof- BIJHOUWER wil op de eerste plaats i-ngaan op enkele opmer kingen gemaakt door de heer van Oo-sterhout. Deze -stelt voor de kasteelgracht te dempen, waardoor een kleiner gedeelte van het Valkenberg nodig zou zijn. Dit denkbeeld is niet nieuw. Het is reeds van alle kanten bekeken- Spreker moet dit ten zeer ste ontraden. Vroeger is het Kasteel omgeven gewee-st -door eigen grach ten- Het is al erg genoeg, dat in de loop der tijden verschillende stuk ken zijn dichtgegooid. Verder heeft men op de meest waanzinnige plaat-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 89