23 MAART 1948
91
men behoudens op één punt nog verder van het Kasteel afkomt, is in
derdaad juist, maar dat neemt niet weg, dat het uitzicht op het Kasteel
beter wordt. Spreker acht het een groot voordeel, dat er thans een weg
komt langs het Kasteel- Veel Bredanaars hebben nooit kunnen ontdek
ken hoe een en ander er uit ziet.
Aan de wens van de heer Brinkerhof om voor 31 Maart a.s- nog een
nauwkeurige plattegrond van het Valkenberg te krijgen zal niet kun
nen worden voldaan. De Directeur van Beplantingen heeft toch al veel
aan zijn personeel over moeten laten, omdat hij niet overal bij kon
zijn. Thans zijn toch alle aan te brengen veranderingen zoals de heren
hebben gezien in het Valkenberg uitgezet en zoal-s hedenmiddag is ge
bleken zullen nog enkele correcties nodig zijn- Daar komt nog bij, dat
er geen enkele behoorlijke kaart van het Valkenberg is; die er zijn,
geven nog een verschil van 25 meter. De directeur zal thans de cor
recties nog uit zetten en dan moeten de heren zelf nog maar eens gaan
kijken- Zo is b.v. het waterniveau voor de vijvers ook nog niet bepaald
en zijn er nog allerlei technische moeilijkheden zoals: het afgraven
van de bult, waar het officiersverblijf komt. De Directeur zal desge
wenst ter plaatse nog gaarne toelichting geven-
Spreker vervolgt, dat de heer van den Berg zeer karakteristiek heeft
uitgedrukt, dat er in het Valkenberg „een mooie kamer" komt, waar
we niet in mogen komen, daar staat echter tegenover, dat we aan de
Gashuisvelden „een nieuwe woonkamer" bij krijgen. Overigens blijft
het Valkenberg voor de zeer jongeren nog goed bruikbaar.
Tenslotte wil spreker nog opmerken, dat ook hij de aantasting van
het Valkenberg ten zeerste betreurt. Het is een stuk uit het hart van
de Bredanaars- Maar daar staat tegenover, dat Breda zonder K-M.A.
hetzelfde zou zijn als Tilburg zonder fabrikanten en Roosendaal met
een klein stationnetje.
Hierna zegt de VOORZITTER nog even in te willen gaan op enkele
opmerkingen van verschillende sprekers. Maar alvorens dit te doen
leest hij het volgende schrijven voor van de sectie Beeldende Kunst en
Stadsschoon van de Culturele Werkgemeenschap Breda.
„Breda, 22 Maart 1948-
Aan de Raad der gemeente Breda-
Edelachtbare Heren,
De sectie Beeldende Kunst en Stadsschoon van de Culturele Werk
gemeenschap te Breda beschouwt het afstaan van een gedeelte van het
Valkenberg ten behoeve van de uitbreiding van de Koninklijke Militai
re Academie als een onherstelbaar verlies zowel als park, als recreatie
oord en als historisch terrein, waarbij niet vergeten wordt, dat enkele
aesthetische voordelen kunnen worden bereikt.
Mocht de Raad om redenen, welke buiten de beoordeling van ons
terrein liggen, besluiten om aan de wensen van de Koninklijke Mili
taire Academie tegemoet te komen, dan ware o.i. te streven naar een
oplossing, waarbij zo effectief mogelijk een visuele eenheid tussen het
afgestane en het resterende gedeelte van het Valkenberg blijft bestaan-
Om zulks te bereiken zouden naar onze mening zo weinig mogelijk
veranderingen in het af te statie deel van het park mogen geschieden,
waaronder is te verstaan het rooien van bomen en wijziging van de
accidentering van het terrein, waarbij voorop gesteld wordt, dat in