23 MAART 1948 93 niet zo eenvoudig. Culturele voordelen zijn slechts reëel weer te geven, maar speker is overtuigd, dat Breda bij vestiging van de K.M.A. in stand omhoog gaat- De standing als garnizoensstad stijgt. Zou er een gewone kazerne komen, dan was het niet het geval- Men mag verder ook niet vergeten, dat men met de officiersopleiding een heel nieuwe richting uitgaat. Men wil hen nog meer geven dan voor een militaire opleiding strikt noodzakelijk is- Verschillende profes soren zullen worden aangetrokken- Zeer zeker zijn er ook morele voordelen. Men krijgt een beter gehalte. De economische belangen zouden meer reëel weergegeven kunnen worden, maar ook dat is niet eenvoudig- Wel kan worden gezegd, dat ondanks vele centrale leverin gen Breda er toch wel profijt van zal trekken. Bovendien moeten we alles zien als een tegenwicht tegen de industrie. We krijgen een tafel met vier poten- Vele zuiver industrie-steden tonen aan, dat, wanneer ■bij een tafel met een poot de poot breekt, de tafel omvalt. Bij een tafel met 4 poten heeft men dat niet. Wat de opmerking betreft van de heer Meijs moet spreker opmerken, dat men inderdaad kan speculeren door het been stijf te houden, maar dat vindt spreker geen fair play. Dat kan zich wreken- Men moet ook niet vergeten dat er thans een prettige samenwerking is met de mili taire overheid, wat van groot belang is voor een garnizoensstad. Spreker zou die goede verhouding niet gaarne verbreken. Wat de doorbraak betreft bij de Lange Stallen zegt spreker nog gaarne contact op te wil len nemen met de militaire autoriteiten. Wel zal spreker nog gaarne vernemen wat hij precies bedoelt. Spreker moet de heer Verhaak toegeven, dat de K-M.A. het in de hand heeft om de weg van Valkenberg naar Kasteelplein af te sluiten, maar men moet het zo bezien, dat men heeft willen accentueren, dat men de weg zal sluiten als de oude toestand weer wordt hersteld. Spreker kan zich niet voorstellen, dat men er misbruik van zal maken. Tegenover de opmerking van de heer van den Eeden over de moge lijkheid van het binnen korte tijd weggaan van de K-M.A. zou spreker nog willen zeggen, dat het op te richten gebouw voor de officiersop leiding 750-000.zal kosten, misschien zelfs wel een millioen. Dit is toch ook wel een waarborg, dat men niet spoedig weg zal gaan. Al hebben we geen garantie, dat de K.M-A. voor altijd zal blijven, men is toch wel door zeer sterke banden aan Breda gebonden. De suggestie van de heer v. Arendonk voor een weg over het exerci tieterrein is reeds eerder bekeken. Dat is echter niet gelukt. Men zegt van militaire zijde, dat het exercitieterrein daardoor onbruikbaar wordt. We behoeven daar niet meer over te praten- Een weg langs de gevangenis zouden we kunnen krijgen, maar dat geeft geen verlich ting. De opmerking van de heer van Gils over de plaatsing van het offi- ciersverblijf is reeds door Professor Bijhouwer weerlegt. Tenslotte wil spreker nog even het een en ander zeggen, over wat de heer Jongbloed heeft opgemerkt. De huisvesting van de officieren zal inderdaad moeilijkheden ver oorzaken, maar -dit zal slechts op lange termijn zijn- Bovendien zal deze stijging van het aantal inwoners tengevolge hebben, dat we een groter aantal woningen zullen mogen bouwen- Nu alle sprekers zijn beantwoord wil de Voorzitter nog iets zeggen over het vraagstuk in zijn geheel en de wijze waarop de raadsleden dit hebben bezien. Spreker voelt aan de sfeer, dat ieder zich moeite geeft om te komen tot een wijs besluit. Ook het gemeentebestuur heeft slechts na" veel strijd besloten met het voorstel te komen. Uiteindelijk is het van mening, dat inderdaad het gemeentebelang eist om enkele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 93