23 MAART 1948
95
aanzien van iemand, die een mooi pak draagt, maar kapotte schoenen
aan heeft-
Tenslotte wil spreker nog verzoeken, al-s het tenminste niet te veel
gevergd is van de notulist, om vóór de volgende raadsvergadering de
notulen ter inzage te mogen hebben.
De VOORZITTER zegt dit laatste toe-
De heer BREKELMANS zegt, dat is opgemerkt, dat het Kasteel meer
in de belangstelling zal komen van het Bredase publiek, omdat er een
weg langs de gebouwen zal komen. Dat is echter niet het geval. Want
we zullen dan wel een groot gebouw zien, maar slechts een heel klein
gedeelte van het eigenlijke Kasteel.
De heer VAN OIJEN brengt hartelijk dank aan de Voorzitter en Prof-
Bijhouwer voor de wijze, waarop zij deze zeer moeilijke zaak hebben
toegelicht. Wat sprekers mening over deze kwestie betreft, kan hij
slechts dit zeggen: Breda en de K-M.A. kunnen niet worden gescheiden,
zij zijn één.
De heer VAN OOSTERHOUT zegt nog geen antwoord te hebben ge
had over de mogelijkheid van het plaatsen van het offieiersgebouw aan
de zuidzijde van het Valkenberg, waardoor het noordelijk gedeelte aan
het park kan blijven en de minder mooie gebouwen aan de zuidzijde
worden gecamoufleerd-
De heer BRINKERHOF zegt, dat er weinig gesproken is over de
gronden achter -de Trip van Zoutlandtkazerne. Hij vraagt zich af, of de
bestemming, welke daar nu aan zal worden gegeven, niet in strijd is
met het uitbreidingsplan.
De heer KAMPHUIS zegt nu wel van Prof. Bijhouwer te hebben
mogen horen, dat de Genie thans veel gevoel heeft voor de historische
waarde, wat inderdaad is toe te juichen, maar we raken toch maar
een flink gedeelte van het Valkenberg kwijt- Spreker heeft niet gezegd
het belang niet in te zien van een speelterrein aan de Gasthuisvelden
Hij is alleen maar bang, dat dit de gemeente een aardig bedrag za!
kosten- Tenslotte vindt spreker ook, dat alles te zeggen is voor een
goede samenwerking met de militaire autoriteiten, maar spreker moet
toch wel opmerken, dat alles eenzijdig is bezien en dat we niet vee)
gedaan krijgen.
De heer MEIJERS zegt, dat het rijk in het Valkenberg thans een stuk
verlangt groot 1.8 H.A- Op dit stuk komt een gebouw en een speel
terrein. Spreker vraagt zich af, waarom daar zo'n groot stuk voor
nodig is- Verlangt men niet meer dan strikt noodzakelijk?
De heer DE RUITER merkt op, dat de oorspronkelijke opzet toch wel
erg in het gedrang is gekomen. Aanvankelijk heeft men toch gewezen
op het tekort aan sportterreinen- Dat -is nu geheel op de achtergrond
geraakt. Het gebouw is nu hoofdzaak geworden. Maar kan dat gebouw
nu niet worden geplaatst op het terrein van de K.M-A.? Of anders aan
de Haven? Het Valkenberg zal daardoor worden gered-
De heer VAN EGERAAT is er van overtuigd, dat het inderdaad niet
eenvoudig is de economische voordelen in cijfers weer te geven. Maar