14 JANUARI 1948
9
zo slecht blijkt te zijn als aanvankelijk is voorgesteld, gezien de
prijs die er nu thans voor wordt gegeven.
Hierna wordt dit voorstel aangenomen.
5. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van de R.K. Jongensschool aan de Doelen om medewerking
ex art. 72 der L.O. wet 1920 in verband met de verbouwing der
school (bijlagen 1948, no. 4).
6. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van het bestuur van de R.K. Meisjesschool aan het Pastoor
Potterplein om medewerking ex art. 72 der L.O. wet 1920 voor
herstel bezettingsschade (bijlagen 1948, no. 13).
8. Schrijven van Burgemeester en Wethouders inzake t.b.c.
keuring van de leerlingen der lagere scholen (bijlagen 1948, no. 10).
9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van het bestuur van het O.L. Vrouwe Lyceum tot het ver
lenen van een crediet voor t.b.c. onderzoek van leerlingen dier
school (bijlagen 1948, no. 14).
Al deze voorstellen worden zonder bespreking aange
nomen.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om hen te mach
tigen uit het van Coothfonds uitgaven te doen, welke verbetering
van het nijverheidsonderwijs in de gemeente beogen (bijlagen 1948,
no. 9).
De heer TEN HOLDER merkt op dat de raad toch wel op de
hoogte dient te worden gehouden waarvoor de bedragen worden
gebruikt.
De VOORZITTER zegt dat daartegen geen bezwaar is. Overi
gens moet hij opmerken dat deze bedragen toch over de gemeente
rekening lopen.
De heer DE RUITER vraagt of al gedacht is op welke wijze
deze gelden zullen worden besteed.
De heer JONKER dankt het gemeentebestuur voor het volledige
overzicht dat thans over het van Coothfonds is verstrekt. Een
enkele opmerking zou spreker nog wel willen maken. Het is de
bedoeling geweest van de heer van Cooth om een bepaald gedeelte
van het legaat te gebruiken voor het geven van goed ambachts-
onderwijs, waartoe de gemeente zonder belangrijke financiële hulp
niet in staat zou zijn. Zoals in het voorstel reeds is opgemerkt
komt deze bedoeling van de heer van Cooth niet tot zijn recht, ge
zien echter immers de wettelijke regeling van het Nijverheids
onderwijs zou de gemeente zonder die hulp toch wel voor het Nij
verheidsonderwijs kunnen zorgen. Spreker vindt het dan ook vol
komen juist dat aan dat geld een enigszins andere bestemming
wordt gegeven. Wel zou spreker echter voor willen stellen zulks
alleen maar te doen nadat de Commissie van advies voor Nijver
heidsonderwijs is gehoord,