108
21 APRIL 1949
Is dit het geval, dan heeft hij wèl bezwaar, in verband met de
toestand waarin de Markkade zich bevindt.
In welk stadium verkeren de plannen ter verbetering van de
Markkade
De VOORZITTER antwoordt, dat het voorstel niet het gehele
plan omvat. Voor de verbetering van de Markkade komt in een
volgende vergadering een afzonderlijk plan.
Wethouder VAN HOUTEN merkt op, dat volgens het voorstel
de bijkomende kosten van het bestratingsplan 1949 staande de ver
gadering medegedeeld zullen worden. Hij kan mededelen, dat deze
kosten zijn als volgt:
van Rijckevorselstraat
voor omlegging laagspanningskabel
370.—
voor verbetering gasstraatverlichting
2900.—
Speelhuislaan
voor uitbreiding gasstraatverlichting
3630.—
Kerkhofweg
voor vernieuwing electrische straatverlichting
4200.—
voor het opnieuw stellen van straatpotten
van
de
waterleiding
300.—
Prins Hendrikstraat
voor werkzaamheden aan het kabelnet
9050.—
voor het opnieuw stellen van straatpotten
van
de
waterleiding
600.—
Oranjeboomstraat
voor verbetering gasstraatverlichting
2350.—
voor het opnieuw stellen van, straatpotten
van
de
waterleiding
100.—
Poolseweg
voor werkzaamheden aan het kabelnet
5500.—
voor uitbreiding van het kabelnet
3500.—
voor verlegging gas- en dienstleidingen
5720
voor verlegging water- en dienstleidingen
4950.—
Van de genoemde bedragen komt in totaal 31.840.ten laste
van het bestratingsplan 1949, zodat het crediet alsnog moet wor
den verhoogd van 285.000.— tot 317.640.
li-
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel
besloten, met dien verstande, dat het crediet verhoogd wordt van
ƒ285.800.— tot ƒ317.640.—.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik
baarstellen van een crediet voor een terreinafscheiding voor het
S.A.B. terrein. (Bijlagen 1949, no. 98.)
De heer VAN OYEN zegt, dat in het voorstel staat vermeld, dat
over bedoelde terugbetaling nog overleg gepleegd wordt met het
Bestuur van de betreffende vereniging. Omtrent het resultaat van
dit overleg zal staande de vergadering nadere mededeling gedaan
worden. Spreker vindt een terugbetalingstermijn van 23 jaren een
heel lange termijn.
De VOORZITTER vindt de termijn ook lang, doch hij heeft ver
nomen, dat het Bestuur er mede accoord gaat.