21 APRIL 1949 109 De heer VAN GILS vraagt of de vereniging „S.A.B." rechts persoonlijkheid bezit. Is zulks niet het geval, dan is de gemeente haar rechten kwijt als de vereniging liquideert. De VOORZITTER antwoordt, dat de bestuursleden dan per soonlijk aansprakelijk gesteld worden. De heer KRAMERS vraagt of de afrastering door de gemeente aangelegd wordt, omdat anders misschien moeilijkheden met Ge deputeerde Staten ontstaan, zoals met de aanleg van de tennis banen bij het ,,Ei" geschied is. De VOORZITTER antwoordt, dat de goedkeuring afgewacht dient te worden. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een verordening tot verhaal van bijdragen door de gemeente verschuldigd voor inkoop van diensttijd voor pensioen. (Bijlagen 1949, No. 87.) Dienovereenkomstig wordt besloten. 18. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van J. Joosen om hem een tapvergunning boven het vastge stelde maximum te verlenen. (Bijlagen 1949, no. 95.) De heer SPRANGERS zegt het volgende: Laat ik maar aanstonds beginnen met te verklaren, dat ik dit prae-advies met verbazing heb gelezen en dat, wanneer er één krachtig tegenstander in deze Raad zal zijn om dit advies op te volgen, ik het ben. Ik ga dit prae-advies zo ongeveer op de voet volgen. De heer Joosen woont Ginnekenweg 139 en treedt in dat pand als vervanger op voor de vergunninghoudster, alles op contract maar in werkelijkheid voor eigen rekening; evenals alle anderen hier in Breda die hetzelfde doen en de drankwet ontduiken, want huur en verhuur van een drankvergunning, hetgeen in werkelijk heid geschiedt, kent de drankwet niet en is absoluut verboden en strafbaar. Hoewel art. 36 van de Drankwet uitdrukkelijk voorschrijft, dat boven of terzijde van elke buitendeur die toegang geeft tot de in richting, met duidelijke letters te 'lezen moet zijn, de naam van hem, aan wie de vergunning is verleend, heb ik ter plaatse die naam niet kunnen ontdekken. Nu gaat de heer Joosen zijn eethuis verplaatsen naar de Baro nielaan en vraagt een vergunning tot verkoop van sterke drank, omdat z.i. zijn eethuis is een buitengewone inrichting voor maat schappelijk verkeer, met welk idee Burgemeester en Wethouders blijkens het uitgebrachte prae-advies het eens zijn. In het prae- advies staat vermeld: Normen welke een inrichting stempelen tot een buitengewone inrichting voor maatschappelijk verkeer, zijn in de drankwet niet aangegeven en evenmin in haar uitvoeringsvoorschriften. Daarmede ga ik acoord, maar om hier te laten uitkomen, welke buitengewone omstandigheden er aanwezig zouden moeten zijn om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 109