21 APRIL 1949 113 vreemdelingenverkeer kunnen dergelijke inrichtingen niet gemist worden. Ze voorzien in een behoefte. Aanvankelijk dreigde dit pand tot kantoor ingericht te worden, wat ten zeerste te betreuren zou zijn geweest. Het pand was dan spoedig uitgewoond en geen sie raad meer geweest voor zijn omgeving. Voor de heer Joosen is het geheel een kostbare geschiedenis geworden, maar dit was zijn kans. Het College heeft het hem niet zwaarder willen maken en meende daardoor het algemeen belang te dienen. Of dit eethuis een succes zal worden, dient afgewacht te worden. Het is evenwel voor de gemeente van belang, dat het de heer Joosen succes oplevert. Over de ter tafel liggende aangelegenheid is met de Hoofdin specteur van de Drankwet gesproken. In Nederland zijn in totaal 7 of 9 vergunningen voor een buitengewone inrichting voor Maat schappelijk Verkeer. Het is hem niet bekend of bedoelde vergun ning verleend zal worden. Spreker kan de heer Joosen wel vertel len, dat er drie of vier wegen openstaan om een tapvergunning te bekomen. Deze zal antwoorden, dat hem zulks eveneens bekend is, doch daarmede niet geholpen te zijn. Het is echter niet de be doeling de heer Joosen te helpen, doch om de standing van de gemeente als vreemdelingenstad omhoog te trekken en om het prachtige pand voor ondergang te behoeden. De heer SPRANGERS zegt, dat het niet zijn bedoeling is de heer Joosen een hak te zetten. Hij kent hem zelfs niet. Hij heeft slechts zijn betoog gehouden met de Drankwet in de hand. Spre ker kent deze wet door en door, omdat hij er jaren mede gewerkt heeft. De door hem aangegeven wegen zijn voor de heer Joosen de enige mogelijkheden om in het bezit van een tapvergunning te komen. Als de Raad met het prae-advies accoord gaat, dan heeft spreker daar niets op tegen. Volgens hem is er maar een geringe kans op succes. De VOORZITTER antwoordt, dat niet geschoten altijd mis is. De heer JONGBLOED zegt, dat er de laatste jaren in huize Joosen heel wat guldens verbruikt zijn, die bij Minister Lieftinck behoorden. Spreker vindt dat niet erg, maar vreest, dat de heer Joosen in de komende jaren veel minder werk zal krijgen. Ook het woningnoodvraagstuk speelt in dit geval een rol. Spre ker heeft namelijk vernomen, dat in het pand Ginnekenweg 139- 139a kantoren gevestigd worden. Hij vraagt of in dit geval sprake is van woonruimte-verlies. Vervolgens zegt spreker, dat hij het niet juist acht, indien op de Baronielaan, tengevolge van de vestiging van het eethuis Joo sen, geparkeerd wordt aan weerskanten van de laan. Dan zou hij liever zien, dat er in de omgeving een parkeerterrein aangewezen werd. Het parkeren op de Ginnekenweg bij huize Joosen was soms een obstakel voor het verkeer te noemen. De VOORZITTER antwoordt, dat door de verplaatsing van de kantoren van het Ziekenfonds naar het pand Ginnekenweg 139- 139a, panden vrij komen, waar 2 of 3 gezinnen mee geholpen kun nen worden. Betreffende het parkeren is er op de Baronielaan meer gelegenheid dan op de Ginnekenweg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 113