126 20 MEI 1949 De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer JONGBLOED is het met de heer Sprangers eens, dat op deze wijze de heer van Dongen overbelast wordt. Voor deze functie ontvangt hij een vergoeding van 1000.zo dat er heel wat werk aan vast moet zitten. Spreker ziet ook, dat op de begroting van dit jaar het volle be drag van 1000.geraamd is, ofschoon de heer van Dongen zijn werkzaamheden pas kan aanvangen na een gunstige beslissing van de Raad. Bovendien zijn hem dit jaar reeds 1000.toegekend. Wethouder STRUYCKEN zegt, dat de in het ter tafel liggende voorstel genoemde 1000.dezelfde zijn, als die waarop de heer Jongbloed doelt en die de heer van Dongen verstrekt waren voor de werkzaamheden verbonden aan het schoolblad. Deze begrotings post is evenwel door Gedeputeerde Staten niet goedgekeurd. De VOORZITTER zegt, dat tegenover de heer van Dongen woord gehouden dient te worden. De heer JONGBLOED maant voorzichtig te zijn met beloften. Wethouder ROMSOM zegt, dat, toen hij nog; Voorzitter van de Commissie van het Nijverheidsonderwijs was, de heer van Dongen hem op een avond dringend te spreken vroeg. Het gevolg hiervan was, dat bedoelde toezegging noodzakelijk was om de heer van Dongen voor de Ambachtsschool te behouden. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaar stelling van een crediet ten behoeve van het op peil brengen van de materiële voorziening der brandweer. (Bijlagen 1949 no. 101.) De heer SCHIJEN merkt op, dat in het voorstel voor een motor fiets een bedrag van 2100.staat uitgetrokken. Dat moet dan wel een heel bijzondere motorfiets zijn. Spreker vraagt zich af of de nodige zuinigheid wel betracht wordt. De VOORZITTER antwoordt, dat hij de materialenlijst met de heren Meenhorst en van Schendel bezien heeft. Hij is van mening, dat slechts het allerbeste materiaal voor deze dienst geschikt is. Het gemeentebestuur wil zuinig zijn met personeel, doch dit personeel van prima hulpmiddelen voorzien. Het College is dan ook van oordeel, dat deze uitgaver. geoor loofd zijn. Mochten evenwel de prijzen verminderen, dan zal hiermede reke ning gehouden worden. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot goedkeuring van de begroting voor 1949 van de Stichting „Oude Mannenhuis". (Ligt ter visie in de Leeskamer.) De VOORZITTER zegt, dat is ingekomen een schrijven d.d. 9 Februari 1949 van de Commissie belast met het nazien van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 126