20 MEI 1949 127 begroting van de Stichting „Oude Mannenhuis", waarin de Raad voorgesteld wordt tot goedkeuring over te gaan. Spreker dankt de leden der Commissie voor de verrichte werk zaamheden en stelt voor overeenkomstig het voorstel te beslissen. De heer JONGBLOED vraagt of het de begroting voor het dienstjaar 1949 betreft. De VOORZITTER antwoordt bevestigend en zegt, dat tot zijn spijt deze brief wat lang is blijven liggen. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel van de Commissie besloten. 11. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van het Gesticht van Opvoeding en Onderwijs te Dongen om beschikbaarstelling van noodlokalen ingevolge de artikelen 72 jo. 77 sub. 2 der L.O.-wet 1920. (Bijlagen 1949 no. 109.) De heer VAN OYEN zegt, dat volgens het onderhavige voorstel 4 noodlokalen vrijkomen. Van deze lokalen worden er 3 bestemd als klaslokaal voor het kleuteronderwijs, terwijl het 4e noodlokaal als gymnastieklokaal zal worden gebruikt. Daar reeds een gym nastieklokaal aanwezig is verzoekt spreker het 4e noodlokaal ter beschikking te stellen van de Hervormde Stichting voor Kleuter onderwijs in de Belcrumpolder. In deze buurt zijn tientallen kleuters, die niet naar school kunnen, omdat de Stichting er geen onderdak voor heeft. Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat de bestemming van het 4e noodlokaal aangehouden kan worden om zulks nader te bezien. De VOORZITTER vraagt of de Raad zich met het voorstel van Wethouder Struycken kan verenigen. Nadat overleg gepleegd is, zal de bestemming van dit lokaal de Raad opnieuw voorgelegd worden. De heer JONGBLOED merkt op, dat de Raad nog iets naders zou vernemen over het openbaar kleuteronderwijs. Wethouder STRUYCKEN ziet geen kans om aan het kleuter onderwijs iets te kunnen doen. Alle scholen zitten propvol, zodat er behoefte is aan meer ruimte. Wordt het openbaar kleuteronder wijs begonnen in een houten keet, dan is zulks reeds bij voorbaat tot mislukking gedoemd. Bovendien behoort een openbare kleuter school bij een openbare lagere school te staan. Daarbij komt nog, dat noch kleuterscholen noch gymnastiek lokalen gebouwd mogen worden. De heer BRINKERHOF is van oordeel, dat de plannen reeds gemaakt zouden kunnen worden. Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat in dat geval bij een bestaande school geprojecteerd dient te worden, wat zeer moeilijk is. Een mogelijkheid ziet spreker in de wederopbouw van de school aan de Boschstraat. De Boschstraat acht spreker echter een onge schikt punt wegens het drukke verkeer. Een andere mogelijkheid ziet spreker in de Openbare Lagere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 127