20 MEI 1949 139 de vanwege het Rijk bepaalde kubiekemeterprijs. De houtpositie was destijds (zomer 1947) zodanig, dat in het bestek cement- vloeren moesten worden voorgeschreven. Cementvloeren kunnen zowel nadelen als voordelen hebben. Nadelen: Opzuiging van grondwater; op de Schoolakker echter wegens hoge ligging niet. te vrezen. Neerslag van condenswater in de vertrekken, waardoor koude en vocht mogelijk zijn; in deze woningen is de cementvloer echten zodanig, dat condenswater grotendeels wordt opgenomen. Voordelen: Minder gehorig dan houten vloer. Minder tocht onder de vloer en door de vloernaden (bij houten vloeren). Met vloerbedekking van linoleum en/of vloermatten is de be weerde hinder zeker te voorkomen. Klachten hierover hebben het Woningbedrijf of Openbare Wer ken tot op heden niet bereikt. Wel is door een bepaalde beWone'r beweerd, dat de cementvloeren warmer zijn dan een houten vloer. De mogelijkheid van ziek worden of rheumatiek krijgen is zo ogen blikkelijk niet te beoordelen, maar mag op zijn minst twijfelachtig heten. 5. De aandacht is gevestigd op het rijwielpad langs de Graaf Engelbertlaan (Rondweg) nabij de Baronielaan, hetwelk af en toe een modderzee is. Het werd tevens een bezwaar geacht dat wiel rijders op de kruising Graaf Engelbertlaan-Boeimeerweg ter plaat se de weg moeten oversteken om het rijwielpad links van de weg te bereiken. Ten aanzien van deze aangelegenheid is overleg gepleegd met de Hoofdingenieur van de Rijkswaterstaat te Breda, aangezien de Rondweg een rijksweg is. De aanleg van de nevenwegen en/of de rijwielpaden zal ten dele door de zorg van de gemeente moeten geschieden, echter met een bijdrage van het Rijk. Genoemde Hoofdingenieur heeft ons onlangs te kennen gegeven, dat voor 1949 geen gelden voor bedoelde bijdragen zijn beschikbaar gesteld (beperktheid van de Rijksfondsen), terwijl werken, welke met Rijkssubsidie worden uitgevoerd, niet tot uitvoering mogen komen zolang geen gelden voor bedoeld subsidie zijn toege/staan. De gemeente zal derhalve geen gevolg kunnen geven aan het aan vankelijk voornemen om de rijwielpaden in 1949 om te leggen, zo dat op het ogenblik weinig kan worden gedaan ter verbetering van deze onbevredigende toestand. Ten aanzien van de grootte der bijdrage van het Rijk wordt overi gens nog gestreefd naar een gunstiger regeling. 6. Aandacht is gevraagd voor de verlichting van de Emma- straat. Alleen bij het begin en aan het einde van de straat staat een lantaarn, zodat bedoelde straat des avonds in een volslagen duis ternis is gehuld. De verlichting van de Emmastraat is sinds 6 April j.l. gecomple teerd en geheel in dienst gesteld. 7. Gevraagd is of bij de B.B.A. halte op het Stationsplein niet dezelfde bordjes aangebracht kunnen worden als op het van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 139