20 JULI 1949
181
De VOORZITTER deelt mede van het Rijk bouwvolume gekre
gen te hebben voor de bouw van een nieuwe gasbrug.
De Heer BRINKERHOF zegt, dat zich het volgende geval op de
gasbrug heeft voorgedaan.
Een dame fietste over deze brug, terwijl de bomen naar beneden
gingen. De sluitboom sloeg op de fiets van deze dame en verwond
de haar aan de hand. Spreker is toen naar de brugwachter gegaan
en heeft hem gevraagd, waarom deze de sluitboom niet ©en ogen
blik tegen gehouden had. De brugwachter antwoordde, dat hij de
sluitboom niet „kon" tegenhouden. Spreker is van oordeel, dat
zc'n boom toch stopgezet moet kunnen worden. Er kunnen zodoen
de wel erger ongelukken gebeuren.
De Heer VAN DEN EEDEN verzoekt de situatie van de Ver-
laatbrug op te nemen, aangezien het voor kinderen en ouden van
dagen onmogelijk is hierover te lopen.
Wat de verlichting van het Valkenberg betreft is spreker het
volkomen eens met de Heer Brinkerhof. Hij wil echter opmerken,
dat de verlichting niet overdag doch 's avonds dient te branden.
De Heer KAMPHUYS zegt, dat de omwonenden van de Ale-
wijnse-Staalconstructiefabriek niet alleen hinder ondervinden van
het geluid, maar dat ook de aanliggende woningen beginnen te
scheuren. Spreker vraagt of het mogelijk is deze fabriek te ver
plaatsen.
De Heer MEYS zegt, dat in de Algemene Politieverordening een
bepaling voorkomt, dat men op straat op daartoe bepaalde uren,
kleedjes mag kloppen. Spreker vraagt of deze uren door Burge
meester en Wethouders aangewezen zijn.
De Heer VAN GILS vestigt nogmaals de aandacht op het slip
gevaar door de tramrails op de Teteringsedijk bij vochtig weer.
Ofschoon in de tramrails wel vulling zit, blijkt deze toch niet af
doende te zijn. Spreker vraagt of deze rails verwijderd kunnen wor
den.
De VOORZITTER zegt, de naar voren gebrachte vragen in over
weging te zullen nemen.
Hierna sluit de ter de vergadering.
DE SECRETARIS,
DE VOORZITTER,