192 29 JULI 1949 gebroken wordt met de bezuiniging op het culturele werk. Zo-i doende kan de amateur op hoger peil komen, terwijl het gewest tot een hoger cultureel leven opgestuwd kan worden. Wat de fi nanciële zijde betreft, kan spreker mededelen, dat hij persoonlijk een concert prefereert boven een boterham. Spreker acht het tot stand komen van een Brabants Orkest een daad van de eerste orde. Nog nooit is iets groots tot stand gpkomen zonder financiëlje offers en risico. Door het stichten van dit orkest toont de gemeente dat ze voor uit loopt op de gevoelens, die de volgende generatie zullen bezielen. Ofschoon door het aanvaarden van het ter tafel liggende prae- advies een duistere toekomst wordt tegemoet gegaan, wil spreker toch onvoorwaardelijk zijn stem hiervoor ggven. De Heer SPRANGERS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, Het was in de raadsvergadering van 20 April 1948 dat er hier een voorstel van Burgemeester en Wethouders ter tafel kwam tot het verlenen van een subsidie aan de Stichting „Vrienden van hejt Brabants Orkest", aangehouden in de vergadering van 18 Februari tevoren. Voorgesteld werd als toen een subsidie van 0.10 per inwoner te verlenen onder aftrek van een bedrag van 3500.welk be drag reeds aan muzieksubsidies werd gegeven. Een voorstel van de Heer Meys om die 3500.niet in min dering te brengen, werd alstoen met 18 tegen 14 stemmen aan genomen. Dit was al een bewijs dat nagenoeg de helft der raads leden tegen de aangevraagde subsidie van 0.10 per inwoner wars. In diezelfde vergadering liet Wethouder Van Houten zijn waar schuwende stem horen. Dat we de eerste jaren uitermate voor zichtig moeten zijn met het verstrekken van subsidie, welk waarschuwend woord de Heer Meys ten zeerste verheugde. Mo gelijk, vervolgde alstoen de Heer Meys, dat in de toekomst het subsidiebedrag minder zal kunnen zijn. En nu in deze vergadering ligt thans ter tafel een gunstig prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van voornoemde stichting om een jaarlijk se subsidie van niet 10 maar 35 cent per inwoner en dan nog wel gedurende een tijd van 12 jaar vast. Mijnheer de Voorzitter, Men kan hoog van de toren blazen en de loftrompet laten schallen over een culturele waarde, maar voor mij is die cultureki waarde niet van zodanige betekenis, dat zij een subsidies van 31500 rechtvaardigt, een bedrag dat trouwens nog 12 lange jaren ieder jaar belangrijk toeneemt. Mijnheer de Voorzitter, ik ben een groot bewonderaar van die mooie edele toonkunst, want muziek veredelt de mens, zij brengt beschaving en verfijning en zij schenkt levensvreugde en ver- mooiing in ons leven. Ik zat al aan de lessenaar, toen do meeste der aanwezige raadsleden nog geboren moesten worden en thans op bijna 71-jarige leeftijd ben ik nog penningmeester van een der beste Harmoniecorpsen hier in Brabant. Maar Mijnheer de Voorzitter, ik heb bij de aanvaarding van mijn functie hier in deze zelfde zaal, de eed afgelegd, dat ik de belangen van onze goede stad Breda met al mijn vermogen zal voorstaan en bevorderen en die eed heb ik niet afgelegd ten aanzien van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 192