29 JULI 1949
197
ten steeds leentjebuur moest spelen. Het gevolg hiervan was, dat
lang niet dat gedaan kon worden, wat andere delen van het land
deden.
Op de derde plaats zijn vele musici elders gaan wonen, waarom
het niet mogelijk was een conservatorium te stichten.
Dit prae-advies moet gezien worden als een element van Bra
bantse bewustwording.
Dit is niet een gemeente-zaak. Dit is er een van een bredere
betekenis n.l. een van de nationale gemeenschap.
Dit initiatief is gegroeid uit verschillende personen van deze
provincie. Het heeft zich toen verder ontwikkeld door besprekingen
met Gedeputeerde Staten en gemeentebesturen. Het orkest wil er
een zijn, dat beschikbaar is voor elk soort van publiek, omdat d!e
prijs geen bezwaar zal zijn.
De Heer Van Oyen heeft gezegd, dat er nog veel te doen is aan
gezondheidszorg en jeugdzorg. Hieraan is toch reeds veel gedaan.
Men kan niet zeggen, dat zulks niet het geval is, er moet a(lleen
naar goede verhoudingen gestreefd worden. Er is een groeiende
actie-radius waar te nemen. Als de Provinciale Staten dit financiële
initiatief getoond hebben, dan kan de gemeente toch gerust mee
doen.
De Heer Van Gils heeft gevraagd naar de rechtspositie van de
orkestleden. Hierover behoeven geen zorgen gemaakt te worden.
De leden krijgen een behoorlijke pensioensregeling en sociale voor
waarden. Wat betreft de vrees, dat bij vergroting van het orkest;
ook het subsidie vergroot moet worden, merkt spreker op, dat het
orkest dienstbaar moet zijn aan elke groep. Behoeft het op die
grond uitbreiding, dan zal gepoogd worden zulks via particulier
initiatief tot oplossing te brengen.
De uitbreiding tot 66 orkestleden is als het ware een perspectief,
dat niet noodzakelijk is.
Een groot gedeelte van de muziekliteratuur kan met een orkest
van 33 leden worden gespeeld.
De opvolgende minister zal het subsidie heus wel blijven ver
lenen. In het gehele land immers wordt dit pogen met grote span
ning gevolgd. Het subsidie was reeds gegeven voordat het orkest
er was. Het dient beschouwd te worden als een aanmoedigend
subsidie om de samenwerking zoveel mogelijk te stimuleren. Het
zou niet logisch zijn, indien de opvolgende minister het subsidie
niet meer zou verstrekken. Het is juist de bedoeling het subsidie
nog uit te breiden, doch dit hangt af van de situatie van het orkest
Spreker zou willen vragen, wanneer de Nederlander, indien het
de financiële positie betreft, niet somber gekeken heeft.
Spreker acht het typisch, dat deze nooit geniet, omdat hij steeds
financiële zorgen heeft voor de toekomst. Is zulks daarom niet een
reden te meer om deze geestelijke culturele ontwikkeling te
accepteren? In een tijd van depressie heeft de mens nog meer
stuwing nodig. Niemand kan in de toekomst kijken, doch dit mag
toch geen oorzaak zijn om somber gestemd te zijn. Breda heeft
altijd een voorzichtig financiël beleid gevoerd.
Ook het moment acht spreker niet slecht gekozen. Wanneer had
het prae-advies dan ter tafel gebracht moeten worden? Er is iets
gegroeid, waarvan het ogenblik om te beslissen nu aangebroken is.
Bovendien is er nog geen project geweest met zo'n bijval van de
andere gemeenten als dit.
Wordt door deze gemeenteraad het prae-advies afgestemd, dan
is de mogelijkheid om tot een Brabants orkest te komen vcorgoed