29 JULI 1949 199 De VOORZITTER wil over dit zeer belangrijke prae-advies nog liet volgende zeggen: Indien aan het Brabants Orkest het subsidie van 30.000.niet zou worden verleend, zou zulks niet tot gevolg hebben, dat daar door in de toekomst alle stedelijke noden gelenigd, of alle illusies verwezenlijkt kunnen worden. Het vertrouwen in de mensheid heeft spreker in deze zaak ten zeerste verbaasd. Zoiets heeft hij nog nimmer gezien. Dit vertrouwen gaat zowel uit van het Rijk als van de Provincie en de gemeenten. Ook het vertrouwen van de provinciale bestuurders heeft hem getroffen. Ziet, hoe weinig Brabant bezit! Geen behoorlijk museum, geen universiteit, geen beroepsorkest, dus niets wat boven de gemiddelde mens uitsteekt. Het is sprekeij bekend, dat een jaarlijkse last altijd een grote last betekent, doch dit pogen heeft hem wel zeer aangesproken. Hij stelt voor slechts te besluiten wat in het concept-raadsbesluit staat vermeld, zodat in de toekomst geen cent méér betaald behoeft te worden. Het College wenst zich niet te binden het subsidie later te verhogen tot 50 cent per inwoner. Als het Rijk binnenkort een nieuwe subsidie regeling maakt voor alle orkesten en er komt dan een hoger subsi die voor het Brabants Orkest, dan zal de Raad moeten beoordelen wat er met dat hoger subsidie moet gebeuren. Wordt het subsidie door het Rijk verminderd, dan mogen ook daaraan voor de gemeente geen consequenties verbonden zijn. Nog een ding heeft spreker getroffen. Er is dit jaar 870.258. uitgegeven aan bioscoopbezoek. Dit is bijna 10.— per inwoner aan een eenzijdig vermaak, dat de mens geestelijk niet rijker maakt. Ziet men een dergelijke vervlakking van zo'n groeiende gemeente, dan komt een bedrag van 35 cent per inwoner in een ander licht te staan. Spreker zegt, dat misschien ook zijn Brabants hart hier een woord meegesproken heeft. Resumerende wil spreker er nogmaals de nadruk opleggen, dat de Raad niet méér besluit dan wat hij heden besluit. Onder dB omstandigheden, welke financiële zorgen niet denkbeeldig maken, heeft de onderhavige zaak spreker aangegrepen. Een geest van gelijkmaking door iets te geven wat dringend nodig is, heeft hem bezig gehouden, tengevolge waarvan hij in de vergadering van Burgemeester en Wethouders gezegd heeft, zijn stem aan het prae-advies te geven. De Heer KAMPHUYS vindt het altijd weer moeilijk om de Voor zitter te beantwoorden als deze met zijn rhetorische welsprekend heid aan het woord is geweest. Spreker is het in veel dingen meti de Voorzitter eens. Met wat de Heer Van Egeraat echter gezegd heeft, is hij het niet eens. Dat de arbeiders zoveel belangstelling voor het volksconcert hebben is nog niet gebleken. Al jaren lang is men bezig de arbeiders op te voeden. Waarom zou dat nu ook juist door het Brabants Orkest moeten geschieden? Indien de Heer Van Egeraat aan het prae-advies onvoorwaarde lijk zijn stem wenst te geven, dan mag hij zulks gerust doen. Spreker is gematigder. Deze middag is er met een zekere elegance over de financiële zijde van de zaak heengelopen, wat spreker niet kan onderschrijven. Hij is er in zijn hart van overtuigd, dat de subsidies voor de plaatselijke instellingen wel verlaagd zullen worden, ondanks de beweringen van wethouder Struycken. Spreker is Brabander en komt veel met de Brabantse bevolking in aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 199