29 JULI 1949 201 te kunnen genieten, doch ook, dat koren en dergelijke in de gelegen heid gesteld zullen worden om op goedkopere wijze begeleidende muziek te krijgen, waardoor deze minder genoodzaakt zullen zijn om bij de gemeenschap aan te kloppen. Spreker heeft verder met genoegen vernomen, dat de Raad zich slechts verbindt tot een subsidie van 35 cent per inwoner en aan dit subsidie geen consequentie van een verhoging tot 50 cent ver bonden is. Tenslotte merkt spreker op, dat duidelijk aangegeven is, dat verhoging van het rijkssubsidie de gemeenten ten goede kan komen. Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat de clausule, die de Heer Dirven in de arbeidsovereenkomst opgenomen wil hebben slechts kan worden ingelast met toestemming van de directie. Het is de bedoeling de muziekcultuur zoveel mogelijk te bevor deren. Daarom worden de orkestleden in de gelegenheid gesteld lessen te geven aan de muziekscholen. De VOORZITTER stelt vervolgens de Raad voor tot stemming over te gaan. Uit de stemming blijkt, dat het prae-advies met 21 tegen 9 stemmen aangenomen is. Tegen stemden: Mevrouw E. SlotPlattel en de Heren H. J. van Houten, J. J. Kamphuys, D. van den Berg,, A. W. van der Meulen, H. A. Sprangers, J. J. van Oyen, J. van Kampen en A. Laban. De VOORZITTER zegt hierna nog een vraag te willen stellen over het Brabants Orkest. In het onderhavige prae-advies staat, dat de nog niet bekende plaats van vestiging van het orkest een bijdrage van 20.000. tot 25.000.per jaar boven het subsidie verschuldigd is. Voor het vreemdelingen-verkeer acht spr. het van eminent belang, indien het orkest in deze gemeente zijn zetel krijgt. Spreker verzoekt de goedkeuring van de Raad om te pogen het Brabants Orkest in Breda gevestigd te krijgen. De Heer VAN OYEN merkt op, dat hij op de perste plaats Bredanaar is en dan pas Brabander. j De Heer MEYS vindt een bedrag van 25.000.wel wat veel. Hij zou de Voorzitter willen voorstellen er geen speciaal werk van te maken. De Heer LABAN hoopt, dat het pogen succes zal opleveren. De VOORZITTER zegt nog niet de mening van de Raad te kennen. Spreker verzoekt de Heer Meys zijn mening duidelijk weer te geven. Indien hij er geen moeite voor doet, komt er ooit niets in Breda. De Heer MEYS zegt slechts zijn persoonlijke mening weer gegeven te hebben. Hij verzoekt de Voorzitter het voorstel ter tafel te brengen en tot stemming over te gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 201