29 JULI 1949
205
dat hiermede een goede keus gedaan is. Voor deze opdracht vei*-'
zoekt spreker de Raad een crediet ad. 7000.
In dit nieuwe rioleringsplan is dan ook de Havenkwestie bet-
grepen.
Zijn de adviezen van het Ingenieursbureau en het R.I.Z.A. ont
vangen, dan zal deze kwestie nog eens afzonderlijk bekeken
worden, zodat de Raad zich dan ook kan beraden of tot deze water
zuivering beslist kan worden. Gevraagd zal worden de aïdviezen
met spoed uit te brengen. De rapporten behoeven niet lang op zich
te laten wachten, omdat het crediet daarvoor te gering is. 1
De Heer SCHIJEN zegt hierna het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
Het spijt mij, dat ik de kwestie eniger mate anders zie liggen
dan U ze zojuist heb geschetst.
Voor mij prevaleert thans de haven-kwestie:
1. omdat wij U gevraagd hebben deze kwestie vandaag te behan
delen
2. omdat aan dit vraagstuk meerdere kanten zijn.
In het rapport van Openbare Werken worden drie zijden van hot
havenprobleem belicht, n.l. het verkeerstechnische, het stedebouw-
kundige en de kwestie der waterreiniging.
Deze punten wil ik graag een voor een aan een nadere beschou
wing onderwerpen.
1. Verkeerstechnische.
Was in 1940 het argument vóór demping, de doorbraak Noord-
Zuid en de aansluiting op Rijksweg 16, thans wordt hiertegenover
gesteld, dat de doorbraak Noord-Zuid plaats heeft gemaakt voor
de doorbraak Oost-West, dat het uit dien hoofde dus niet nood
zakelijk is de haven te dempen.
Tegenover deze stelling zou ik de opmerking willen plaatsen, dat
het meer dan waarschijnlijk is, dat de doorbraak Noord-Zuid op
nieuw op de proppen komt wanneer Rijksweg 62 wordt aangelegd.
Bovendien biedt een gedempte haven, opgenomen in de binnenste
verkeersring om de stad, een mooie oplossing voor het gebrek aan
parkeerruimte in het oude centrum.
2. Stedebouwkundig.
Thans wordt als argument tegen demping aangevoerd dat die
haven de laatste rest is van de oude binnenste stadsgracht, van
1375.
Ik stem met U in dat ik het persoonlijk betreurd heb dat het
gedeelte gracht ter plaatse van de tegenwoordige Markendaalse-
weg gedempt werd. Maar ik' vraag mij af of de historische en
aesthetische waarde van het restje gracht dat wij in de haven'
willen bewaren opweegt tegen de lelijke plek, die de dan doelloos
geworden 13 m brede Markendaalseweg in ons stadsbeeld achter
laat.
Ik meen van niet en vind daarbij steun in het advies van Proi.
Bijhouwer en Ir. Verhagen.
Zoals U bekend is vindt Prof. Bijhouwer dempen van de haven,
geen verlies, acht hij zelfs een daardoor ontsloten Spanjaardsgat
een winst. Hierin onderschrijf ik zijn advies volkomen en meien
daarenboven dat in een Havenplein afgesloten door de oude Kasteel-