206 29 JULI 1949 gracht met het gezicht op het Spanjaardsgat een natuurlijke af sluiting gevonden wordt voor de Markendaalseweg. Ir. Verhagen is wat voorzichtiger, maar meent toch dat men, indien voldoende vertrouwen heerst ten aanzien van de ontwikke ling van dit stadsdeel, de haven maar moet dempen. Ik kan U verzekeren, dat ik dit vertrouwen heb, temeer daar een dergelijk plein door zijn centrale ligging in het zich uitbreidende Breda een pracht omlijsting krijgen kan in min of meer monumen tale openbare gebouwen Daarenboven biedt de mogelijkheid tot het doortrekken van de Noord-Zuid verbinding een gunstige gelegenheid om het Belcrum- kwartier uit zijn isolement te verlossen door een rechtstreekse verbinding met het centrum, 3. Tenslotte het probleem der Waterzuivering. Het rapport van Openbare Werken merkt op dat niet, alleen de Haven maar alle singels te lijden hebben onder vervuiling, al wordt ook toegegeven dat de Haven hier het meest onder te lijden; heeft. Zowel ten aanzien van de gezamenlijke singelgrachten als ten aanzien van de Haven afzonderlijk is de mogelijkheid tot door spoeling onder ogen gezien. Wat het eerste betreft: de conclusie van Ir. van Veelen ontneemt ons alle hoop; van water inlaten en lozen verwacht hij geen effect op vermindering van de veront reiniging. Het rapport van de Delftse Hoogleraar ten aanzien van de mogelijkheden tot doorspuiing van de Haven bieden een theoreti sche mogelijkheid mits het debiet van het opperwater groot genoeg is. En daar, mijnheer de Voorzitter, wringt de schoen; in de zomer maanden, wanneer spuiing het hardst nodig is, heeft het opper water een debiet van practisch nul. Daar de directeur van het Waterleiding-bedrijf ons het benodig de water niet leveren kan, zal dit alleen gevonden kunnen worden door het slaan van een aantal welputten, die ons 360.000. zullen kosten. Een mogelijkheid, die zoals door Openbare Werken terecht wordt opgemerkt, niet voor verwezenlijking vatbaar is. Met de conclusie van Openbare Werken, dat dit probleem dus alleen zijn oplossing kan vinden in het aanleggen van een stam-, riool met waterzuiveringsinstallatie kan ik dan ook volledig in stemmen, alleen betwijfel ik of dit stamriool ook de haven definitief van zijn geur zal bevrijden, gezien de natuurlijk optredende ver vuiling in een dode waterloop en het gebrek aan mogelijkheden tot doorspoeling. Resumerende mijnheer de Voorzitter kan ik zowel uit verkeers technisch als uit stedebouwkundig als ook uit een oogpunt van de waterzuivering tot geen andere conclusie komen dan dat de haven gedempt moet worden. De heer MEYS kan het voorstel van de Voorzitter toejuichen, aangezien het in studie nemen van de waterzuivering hard nodig is. Derhalve heeft spreker hier geen bezwaar tegen. Wel heeft hij bezwaar tegen het voorstel om een onderzoek te doen instellen over het al dan niet dempen der Haven. Toen op 27 Juni 1940 de Raad het besluit nam de Haven te dempen, was zulks nodig voor de grote doorbraak Noord-Zuid). Spreker is het met de Heer Schijen eens, dat deze doorbraak niefb gemist kan worden. Sommige maatregelen, die destijds genomen/ zijn, kunnen betreurd worden, doch hieraan is weinig meer te ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 206