20
19 JANUARI 1949
de plaats van de verkeersagent te groot is om liet verkeer afdoend
te regelen.
De heer DE RUITER merkt op, dat de stoplijn van de Ginneken-
weg in plaats van bij het café Bersi vóór de Baronielaan kan gelegd
worden, waardoor de afstand tot de verkeersagent verkleind wordt.
De heer VAN BEN BERG zegt, dat op het Velperplein te Arn
hem, waar een zelfde situatie is, een stopbord gebruikt wordt, wat
afdoende is gebleken. Derhalve is hij van mening, dat bij de Ba
ronielaan op de speruren een stopbord voldoende resultaten kan
opleveren.
Bij de Trambrug staat gedurende de speruren eveneens een ver
keersagent. Daar is de regeling toch ook voldoende gebleken.
De heer VAN EGERAAT vraagt of het drempelsysteem even
duur is.
De VOORZITTER beantwoordt deze vraag bevestigend.
De heer BRINKERHOF kan zich niet met het idee van de heer
Jongbloed verenigen. Hij acht zich niet verantwoord voor de gevol
gen, indien er dan ongelukken gebeuren.
Wethouder STRUYCKEN is het er niet mee eens, dat op deze
wijze verkeersproblemen opgelost worden. Hier is een afdoende op
lossing nodig. Een stopbord staat te ver van de monden der straten,
waardoor vergissingen mogelijk worden. Hieruit kunnen ongeluk
ken voortvloeien. Op het Velperplein te Arnhem ligt de situatie
anders veel simpeler. Daar zijn de stoplijnen op korte afstand van
het bord gelegen. Indien het ter tafel liggende voorstel aangeno
men wordt, is de situatie ter plaatse geheel opgelost. Wordt er
evenwel eerst geëxpirimenteerd, dan zullen de kosten nog veel
hoger komen. Spreker vindt het niet juist om aan een druk ver
keerspunt een minder afdoende oplossing te geven, waarvan ver-
keerstremmingen het gevolg zullen zijn.
Volgens de Verkeersautoriteiten is hier een bijzondere voorzie
ning' vereist.
De heer JONGBLOED durft de verantwoordelijkheid voor even
tuele ongelukken wel op zich te nemen. Het niet durven dragen van
verantwoordelijkheid, brengt voor een groot deel de ellende in de
wereld. Het plaatsen van een politieagent met een verkeersbord
lijkt hem voldoende, omdat het verkeer ter plaatse niet zo druk is.
Spreker kan in Breda wel 10 andere plaatsen aanwijzen, waar
het verkeer minstens even druk is. Het verkeer dient grotendeels
zichzelf te regelen om ongelukken te voorkomen, terwijl er onder
de voetgangers toch steeds blijven, die onverhoeds de straat over
steken.
Spreker stelt voor op bedoeld kruispunt een verkeersagent met
een stopbord te plaatsen en in de straten borden met als opschrift
„gevaarlijke kruising" aan te brengen.
De heer VAN KAMPEN vraagt zich af of het kruispunt over
zichtelijk is. Spreker is van mening, dat het onoverzichtelijk is.