6 SEPTEMBER 1949
217
Eeden, Verschuren, Cosijn, van Haperen, Meys, Keim, Veldkamp,
Toxopeus, Stubenrouch, Vermeulen, Drion, Mol, Rattink, de Roos,
van Gisbergen, Peeters en Wezenbeek in diens handen afgelegd
de eed van zuivering en de eed van trouw, voorgeschreven in ar
tikel 45 der Gemeentewet, en door de heren van Houten, Jong
bloed, Brekelmans en Kamphuys de verklaring en de belofte van
zuivering en de belofte van trouw, eveneens bedoeld in artikel 45
der Gemeentewet.
Na deze plechtige eedsaflegging of beloften verklaart de Voor
zitter de Raad als geïnstalleerd.
Vervolgens zegt spreker, dat de Raad door zijn beslissende be
voegdheden onder de gemeentelijke collegels de eerste plaats in
neemt. Door zijn beslissingen neemt de Raad een grote verant
woordelijkheid op zich. Spreker wil niet zeggen, dat de voorberei
dende en uitvoerende taak van het College van Burgemeester en
Wethouders minder belangrijk is, maar dit College is ook als
voortgekomen uit de Raad te zien.
In de afgetreden Raad heeft steeds een zeer goede toon geheerst.
Ieder zei, wat gezegd meest worden, zonder dat enige belemme
ring ondervonden werd. Een dergelijke handelwijze strekte de Bre
dase Raad tot eer, terwijl door deze harmonie gewerkt, kan wor
den in constructieve richting. Als voorzitter heeft spreker zich
daarin steeds verheugd.
De eer van de Raad is een stuk van de eer van het besturend
College, terwijl het gezag van de Raad het gezag van de gemeente
Breda is.
Gedurende de IV2 jaar. dat spreker de Bredase raadsvergade
ringen voorzit, is door hem nimmer een wanklank vernomen.
Als spreker deze nieuwe Raad beziet, twijfelt hij er niet aan
of de goede tcon zal blijven heersen. Spreker ziet vele niojuwe en
ook vele jonge gezichten, wat, naar hij hoopt, voor deze Raad sti
mulerend zal werken. Bij alle verschillen, die misschien scheiden,
is er het belang der gemeente, dat alles overkoepelt.. De afgetre
den Raad keek naar dit belang, omdat zulks voor hem het kristal-
liseringspunt betekende, waarin men elkaar ontmoette, ondanks
bestaande verschillen.
Moge dit belang ook de richtlijn van deze Raad zijn. Sprekpr
heet alle leden welkom, in het bijzonder Mejuffrouw J. P. Koppe
laar, aangezien zij een versteviging betekent van het reeds in de
Raad aanwezige vrouwelijke element in de persoon van Mevrouw
E. M. Slot-Plattel.
De VOORZITTER zegt vervolgens, dat de plaatsing der leden
op een andere wijze is geschied, dan voorheen het geval was.
Momenteel zit het oudste lid in zittingsjaren aan zijn rechter
zijde. Het oudste lid in zittingsjaren op één na aan zijn linkprzJ'jdej
en zo vervolgens al naar gelang het aantal zittingsjaren der leden,
In dit geval zijn dus de leden, die behoren tot dezelfde raadsfrac
tie, niet bijeen geplaatst.
Mocht het geval zich voordoen, dat fractie-genoten zich met el
kaar zouden willen beraden, dan zal hiervoor steeds gelegenheid
zijn. Spreker stelt in zo'n geval gaarne een kamer beschikbaar.
Hierna verzoekt hij de mening van do Raad of met het voor
gestelde systeem accoord gegaan wordt.
De heer MEYS stelt de Raad voor het huidige systdem enkele