6 SEPTEMBER 1949
219
De heer ROMSOM verklaart de benoeming te aanvaarden onder
dankzegging voor het in hem gestelde vertrouwen.
De VOORZITTER verzoekt de Heer Romsom aan de tafel van
Burgemeester en Wethouders plaats te nemen.
Vervolgens wordt overgegaan tot stemming over de vierde va
cature.
Er worden uitgebracht 37 stembiljetten, waaruit blijkt, dat zijn
uitgebracht
op de Heer van Houten 32 stemmen en op de Heer van Oyen 1
stem. terwijl 4 stembiljetten blanco zijn ingeleverd.
Zodat de Heer H. J. van Houten opnieuw is benoemd tot wet
houder der Gemeente.
De VOORZITTER vraagt, of de Heer van Houten bereid is, dp.
herbenoeming aan te nemen.
De heer VAN HOUTEN verklaart de benodming 'te aanvaarden
en spreekt de wens uit zowel met de Raad, als met het College
van Burgemeester en Wethouders prettig te mogen samenwerken.
De VOORZITTER verzoekt de Heer van Hou'ten aan de tafel van
Burgemeester en Wethouders plaats te nemen.
De VOORZITTER zegt zo juist gewezen te hebben op de be
langrijke taak van de Raad, voortspruitende uit diens' budgetrecht
en beslissingsrecht. De voorbereidende taak van het College van
Burgemeester en Wethouders is echter niet minder belangrijk.
De continuïteit van het College n.l. doordat alle wethouders
herbenoemd zijn wekt een zeker vertrouwen voor de toekomst.
Spreker wenst de heren wethouders geluk met hun benoeming
en geeft de verzekering dat men naar best vermogen zal arbeiden,
zodat het door de Raad gestelde vertrouwen niet beschaamd zal
worden.
4. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij aan de
Raad de dank van Hare Majesteit do Koningin overbrengende
voor het aan Hare Majesteit aangeboden portret. (Bijlagen 1949.
no. 200).
De Raad besluit dit schr.jjven voor kennisgeving aan te
neimen.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het samen
stellen van 4 afdelingen voor onderzoek en schriftelijk verslag van
de gemeentebegroting 1950. (Ligt ter visie in de Leeskamer.)
De VOORZITTER zegt, dat er 4 afdelingen moeten worden
samengesteld, waarvan de eerste afdeling zal bestaan uit wet
houder Struycken als voorzitter en 9 leden; de tweede afdeling uit
wethouder van Haperen als voorzitter en 8 leden; de derde af
deling uit wethouder Romsom als voorzitter en 8 leden en de vierde
afdeling uit wethouder van Houten als voorzitter en 8 leden. Na
trekking blijkt, dat de afdelingen als volgt zijn samengesteld:
le afdeling de heren: Kamphuys, Roos, van Oyen, van Kampen,