6 SEPTEMBER 1949 227 industriëlen een royaal gebaar, want zij hadden de woningen voor de hogere employé's gedacht. Het is nu eenmaal in het bos anders wonen dan in het Heuvel- kwartier. De houtopstand van, het Montensbos, 2% ha groot, wordt zoveel mogelijk gespaard. Bovendien zijn deze 25 woningen niet voor het Heuvelkwartier ontworpen. Het ging er om, öf dit plan niet te laten doorgaan óf het daaraan verbonden risico, dat de verkrijging van de grond nog oplevert, te aanvaarden. Toen de fabrikanten het risico accepteerden, heeft ook het ge meentebestuur gemeend het plan doorgang te moeten doen vinden. Dat de woningen vóór 30 Juni 1950 klaar moeten zijn, vindt spreker geen bezwaar. Het aan een termijn gebonden zijn, helpt een mens nog wel eens om voort te maken. De Heuvel behoeft geen arbeiderswijk te worden. Aan Ir. Rouvil- le de Meux is opdracht gegeven om middenstandswoningen te bouwen. Deze is evenwel met dit plan niet tijdig gereed gekomen, zodat de inhoud van deze woningen tot 375 m3 teruggebracht zal moeten worden. Het is derhalve geenszins de bedoeling van de Heuvel een arbei derswijk te maken. Dat men daar niet wil gaan wonen, komt, omdat men enkele straten verder niet wil aarden. De dank, die de heer Jongbloed het College brengt voor zijn voortvarendheid, zal spreker gaarne aanvaarden. De heer Wezenbeek heeft gevraagd, wat de gemeente met de resterende grond denkt te doen. Spreker zegt, dat dit nog niet bekend is. Eerst dient er gebouwd te worden, dan komt de rest vanzelf. De heer VAN SWOL zegt de uiteenzetting van de Voorzitter in zake de financieringsregeling begrepen te hebben. Het komt dus hierop neer, dat de industrie de luxe betaald. Zou het dan niet mogelijk zijn enige complexen woningen van het Heuvelkwartier naar de industrie over te hevelen, die ze dan kan aanvullen. De VOORZITTER antwoordt, dat de industrie reeds aarzelend de woningen in het Montensbos bouwt, zodat ze met de huidige hoge belastingen zeker geen huizenblokken zal overnemen. Deze vraag stellen betekent de kans openen, dat er in het geheel niet gebouwd wordt. De heer VAN EGERAAT zegt nog geen antwoord ontvangen te hebben op zijn vraag hoe het Staatsbosbeheer reageert op het request van de bewoners van het Montensbos, betreffende de schending van het bos. De VOORZITTER antwoordt, dat het bos niet bestemd was om altijd te blijven. Waren de oorspronkelijke 21 villa's gebouwd, dan had het gehele bos moeten verdwijnen. Zulks is met het onderhavige plan niet het geval, daar deze woningen tussen het geboomte ge plaatst worden. Toen derhalve de tegenwoordige bewoners de grond kochten, wisten ze, dat ze achterburen zouden krijgen. In plaats van achterburen in villa's, krijgen ze nu achterburen in woningen, die een inhoud hebben van 500 m3. De heer WEZENBEEK vraagt of door het onderhavige plan 4 woningen méér gebouwd worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 227