6 SEPTEMBER 1949 229 Nu rie bestekken klaar liggen moet niet gevraagd worden deze huizen ergens anders te zetten. In het Heuvelkwartier zullen be hoorlijke middenstandswoningen gebouwd moeten worden en dat zal ook gebeuren. De heer MOL heeft bezwaar tegen de zienswijze van de Voor7 zitter. Het is niet zijn bedoeling het ter tafel liggende plan te tor pederen, doch slechts deze woningen te redden voor het Heuvel kwartier, omdat in het vervolg slechts woningen tot ten hoogste 375 m3 inhoud gebouwd mogen worden. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks nu niet meer mogelijk is. Spreker heeft de onderhandelingen met de industriëlen gevoerd en weet derhalve, dat zij dit niet meer zullen nemen. De heer BREKELMANS is het met de heer Mol eens, Deze maakt echter één vergissing n.l. dat de tegenzin om naar het Heuvelkwartier te verhuizen, niet op architectonisch gebied ligt, doch een psychologische kwestie is, die door de bouw van 25 wo ningen voor beter gesitueerd'en niet opgeheven wordt. Deze woningen zullen het Heuvelkwartier niet van de naam arbeiderswijk ontdoen. De heer COSIJN merkt op, dat de industrie de woningen bouwt voor haar hoger personeel. Toen het vorig jaar het plan voor deze bouw ontstond, leefde men in een tijd van hoogconjunctuur, die nu aan het tanen is. Er dient derhalve niet langer getalmd te worden, anders zal het plan niet meer gerealiseerd worden. De VOORZITTER beaamt dit. Als bewijs daarvan moge wel dienen, dat een der industrieën zich reeds teruggetrokken heeft. De heer SCHIJEN zegt het met de heer Brekelmans eens te zijn. De Raad wil van het Heuvelkwartier een mooie wijk maken. Aan Ir. Rouville de Meux is opdracht gegeven om de inhoud van de door hem ontworpen middenstandswoningen voor het Heuvelkwartier terug te brengen tot 375 m3. Spreker acht zulks niet juist. Hij is van oordeel, dat een inhoud van 500 m3 gehandhaafd dient te blijven. Later kunnen deze woningen dan op de terreinen, die daar voor open gelaten zijn, gebouwd worden. Eens zal er wel weer meer bouwvolume komen, zodat deze grotere woningen dan gezet kunnen worden. Do VOORZITTER heeft gemeend Ir. Rouville de Meux, die zeer kundig is, de kans te geven ook van deze laatste opdracht iets te maken. Spreker zal echter ernstig in overweging nemen de laatste opdracht in te trekken. Het is echter nu de uiterste termijn het onderhavige plan nog tot uitvoering te kunnen brengen. De heer DIRVEN merkt op, dat de Raad dus voor een fait ac compli gesteld wordt. Spreker meent, dat de Voorzitter bij de Raad meer steun zal vinden, indien hij de verzekering geeft, dat in het Heuvelkwartier middenstandswoningen gebouwd zullen worden. De VOORZITTER geeft deze verzekering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 229