230
6 SEPTEMBER 1949
De heer VAN EGERAAT vraagt of er nog meer woningen in het
Montensbos gezet zullen worden.
De VOORZITTER gelooft van niet, tenzij öf de Staat zo arm
wordt, dat hij niet anders kan, öf het Boeimeer er aan vastgebouwd
wordt, doch dat zal nog wel even duren.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van
grond aan de van Rijckevorselstraat aan P. C. van Riel. (Bijlagen
1949, no. 213.)
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Wethouder VAN HOUTEN deelt hierna mede, dat het de be
doeling is alle raadsleden overmorgen een ontwerp-gemeentebe-
gToting van het dienstjaar 1950 toe te zenden. Op 3 October ais.
kan het afdelingsonderzoek plaatsvinden. Indien daarna de rap
porteurs spoedig overleg plegen, kan enige dagen later het Cen
traal Rapport aan Eurgemeester en Wethouders toegezonden
worden.
In begin December a.s. zal dan de begroting de Raad kunnen
worden aangeboden.
Spreker deelt vervolgens mede, dat de gewone dienst sluit op
een bedrag van 9.694.000.en de kapitaaldienst op 10.460.000-,
De VOORZITTER zegt, dat er een schrijven is ingekomen van d©
heren A. Jongbloed en J. J. Kamphuys gedateerd 5 September 1949
luidende als volgt:
Ondergetekenden verzoeken U beleefd om hen in de gelegenheid
te stellen in de morgen te houden raadsvergadering, Burgemeester
en Wethouders uit te nodigen om te willen nagaan of het mogelijk
is om aan de Rijks Hogere Burgerschool alhier reeds dit jaar een
aanvang te maken met een Middelbare Meisjesschool, nu de Minis
ter van Onderwijs, daarvoor, blijkens mededelingen in de pers,
thans nog geen gelden op de begroting kan uittrekken en om, in
dien die mogelijkheid op de een of andere wijze aanwezig blijkt te
zijn, de daarvoor nodige maatregelen te treffen.
Ter toelichting diene dat uit de aangifte van leerlingen voor deze
school, de behoefte daaraan is gebleken en dat zich hier een geval
voordoet, analoog aan de R.K. Middelbare Meisjesschool en het R.K.
Meisjes-Lyceum, verbonden aan het O.L.V. Lyceum te Breda, waar
voor op de gemeentebegroting 1949 een subsidie is uitgetrokken
van 9000.zodat ondergetekenden menen te mogen veronder
stellen dat Burgemeester en Wethouders bereid zijn om, indien de
totstandkoming daarvan afhankelijk is, aan de Raad voor te stellen
het nodige subsidie voor de oprichting van de in casu bedoelde
Middelbare Meisjesschool toe te kennen.
Wethouder STRUYCKEN zegt, dat het schrijven vandaag is in
gekomen, zodat de draagwijdte ervan nog niet overzien kan wor
den. Momenteel wordt niet beschikt over de gegevens van het aantal
meisjes, dat op deze school zou willen komen. In princjipe zijn Bur
gemeester en Wethouders bereid na te gaan of de gevraagde mo
gelijkheid bestaat, wanneer de gemeente er tenminste geen jaren