232 6 SEPTEMBER 1949 verwijderd, zodat het uitzicht niet belemmerd wordt. Daarbij komt, dat de J. W. Frisolaan een hoofdverkeersweg is, zodat het verkeer, komende uit de Anna Paulownalaan en Regentesselaan voorrang dient te verlenen. De J. W. Frisolaan zal in de toekomst het snel verkeer opnemen. Dit geval ligt precies hetzelfde als zovele andere gevallen, waar het uitzicht voor het verkeer door huizen belem merd wordt. Deze firma is ter plaatse reeds aan het bouwen, zodat nu niet meer overstag gegaan kan worden. De heer JONGBLOED zou hierover niets gezegd hebben, als de situatie niet anders was, dan aanvankelijk bedoeld werd. Indien evenwel de bouw nog 10 meter van de weg af komt te Staan, dient er voor gezorgd te worden, dat in de daarvóór gelegen tuin geen hoge heg het uitzicht kan belemmeren. Spreker heeft deze zaak heden ter tafel gebracht omdat nu nog wijzigingen aangebracht kunnen worden. Hij zal er genoegen mee nemen als Burgemeester en Wethouders in overleg met de Bouw commissie met de fa. Korteweg willen onderhandelen en die maat regelen willen treffen, die nodig zijn om straks geen spijt van deze belemmering te hebben. Spreker wil ook nog vragen hoe het staat met de grond van het straatje in de J. W. Frisolaan, dat opgebroi- ken is. De VOORZITTER antwoordt, dat deze grond bij de voortuin getrokken wordt. De tuin krijgt een diepte van 10 meter. Het spreekt vanzelf, dat het uitzicht door bosschages niet belemmerd mag worden. Zulks zou de fa. Korteweg als conditie gesteld kun nen worden. Deze zaak kan wel in de vergadering van de Bouw commissie gebracht worden, doch de bouw gaat verder. De heer JONGBLOED merkt op, dat, indien ter plaatse een ge vaarlijke situatie zal ontstaan, nu ingegrepen moet worden, omdat de firma op het punt staat met de bouw te beginnen. Spreker vindt het bovendien gewenst dat het straatje nog aan de gemeente blijft. Het werk kan dan nog een paar meter achteruit. De VOORZITTER antwoordt, dat de situatie ter plaatse niet zo gevaarlijk wordt. De heer JONGBLOED zegt, dat dan zijn bezwaar vervalt. De VOORZITTER zal deze zaak nog eens laten bezien. Spreker kan echter geen verantwoordelijkheid dragen voor het gevaar, omdat het soms ontstaat, waar men het niet verwacht. De heer JONGBLOED merkt op, dat het de bedoeling is het gevaar te voorkomen. De VOORZITTER antwoordt, dat er voortdurend straten ge projecteerd moeten worden, waarbij niet alle gevaar voorkomen kan worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 232