24
19 JANUARI 1949
der stad Breda, die morgen zijn 80ste verjaardag zal vieren. Die
dag is een verblijdend feit voor wethouder Struycken en hij feli
citeert hem dan ook namens de Raad, die hier mee instemt. De
Raad kent Dr. Struycken als een persoonlijkheid, die zich voor de
maatschappij buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt. Hij is een
pretentieloos man, maar een geleerde van internationale vermaard
heid, die voor de mensheid veel gedaan heeft. In verband daarmede
zou het de Raad aangenaam zijn, indien de gemeente van haar
sympathie zou doen blijken. Spreker heeft de verdiensten van deze
man reeds eerder geschilderd, doch wil nogmaals memoreren, dat
Dr. Struycken een zeer vitaal iemand is, die niet aan ophouden
denkt.
De Gemeente mag hier wel laten blijken, dat zowel zijn persoon
lijkheid als zijn werkzaamheden grote waardering ontmoeten. Spre
ker verzoekt het College Dr. Struycken, ere-burger der gemeente,
het diepe respect van de Raad over te brengen. De Raad laat het
gaarne aan het College over op welke wijze de gevoelens tot uit
drukking gebracht worden. In ieder geval heeft het College de in
stemming van de Raad.
De VOORZITTER zegt, dat het College zich gaarne van deze
taak zal kwijten. Dr. Struycken is een van de meest markante fi
guren, die hij kent. De natuur heeft veel samengebracht in hem,
die drie generaties genezen heeft. Op hoge leeftijd heeft hij in de
oorlogsjaren getoond een burger te zijn, die voor zijn stad op de
bres stond. De arbeid is een zegenrijke gave. De arbeidslust van
Dr. Struycken zal voor velen een aanmaning zijn, niet te vroeg op
te houden. Spreker feliciteert wethouder Struycken met zijn vader
doch ook met zijn moeder, die haar man zo trouw terzijde heeft
gestaan en nog staat.
Hij hoopt, dat Wethouder Struycken morgen met zijn ouders een
mooie dag zal hebben.
Wethouder STRUYCKEN dankt voor de sympathieke woorden
over zijn vader gesproken en zal de gevoelens van de Raad gaarne
aan hem overbrengen.
De heer KAMPHUYS vraagt, waarom plotseling de bomen in de
Mauritsstraat gerooid zijn en vraagt wat hiervoor in de plaats
komt.
De VOORZITTER antwoordt hiernaar te zullen informeren.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De Voorzitter,