250 28 SEPTEMBER 1949 onderscheidt zich hierin, dat voor het overheidspersoneel een maximum salarisgrens is vastgesteld. Voor het overheidspersoneel is deze regeling tot stand gekomen zonder dat de desbeteffende instanties, zoals de Stichting van de Arbeid, geraadpleegd zijn. Het gehele gemeentepersoneel oefent aandrang uit om op dezelfde voet als het bedrijfsleven behandeld te worden. Als zulks geschiedt, dan zal daarmede zeker aan het verlangen van het gemeentepersoneel tegemoet gekomen worden. De salariscommissie ad hoe, zou de salarisgrens niet getrokken hebben, doch de Regering heeft, zonder deze Commissie te horen, het Koninklijk Besluit laten afkondigen. Spreker acht het gewenst, dat van de zijde der werkgevers enige druk op de Regering wordt uitgeoefend, opdat de maximum salarisgrens van 3750.niet meer gesteld wordt. Zodoende zal deze gratificatie gelijk geschakeld worden met die voor het be drijfsleven, waar iedereen een vacantietoeslag krijgt. De VOORZITTER wil aan de Raad graag vragen een voorstel in die geest aan het Departement van Binnenlandse Zaken te doen. De heer VERMEULEN merkt op, dat de Stichting van de Ar beid een landelijke organisatie is, terwijl de Gemeente als particu liere werkgever optreedt. Wil de Gemeente iets doen, dan dient zulks te geschieden via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De VOORZITTER zegt, dat aan de Raad het goed recht behoort om te beslissen of de maximum salarisgrens verder dient te liggen dan nu het geval is. De heer JONGBLOED is van oordeel, dat de Raad met de grati ficatieregeling, zoals deze ter tafel ligt, weinig te maken heeft, omdat de jaarwedden van de secretaris en ontvanger boven het vastgestelde maximum liggen. Er zijn echter veel gemeenten, waar de secretaris en ontvanger wel van deze regeling kunnen profiteren. Daar de regeling derhalve voor deze gemeente niet van toepas sing is, meent spreker, dat ze voor dit jaar voor kennisgeving aan genomen kan worden. Een ander geval is of ze ook voor de secre taris en ontvanger moet gelden. Indien dat zo is, dan toch zeker ook voor de Burgemeester. Spreker is het met de heer Vermeulen eens, dat een dergelijke actie niet alleen door de Gemeente Breda gevoerd dient te worden. Er dient gevraagd te worden om de maximum grens voor het rijkspersoneel hoger te leggen, zodat de regeling dan geldt voor het gehele gemeentepersoneel. Spreker acht het niet gewenst, dat de Gemeente Breda alleen stappen doet. Wethouder ROMSOM is van mening, dat het op de weg ligt van het Georganiseerd Overleg om hierover zijn gedachten eens te laten gaan en advies uit te brengen aan Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders kunnen dan in de Raad met een voorstel ter tafel komen. Wat de salariëring van het Gemeentepersoneel betreft is de Gemeente met alles aangepast aan het Rijk. De Gemeente moest de salarissen nivelleren. De Gemeente moet overnemen wat ter zake bij het Rijk geldt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 250