252 28 SEPTEMBER 1949 zoek van het San Francesco-orkest, om subsidie. (Bijlagen 1949, No. 198.) De heer RATTINK zou graag willen weten wie in 1948 het te kort aangevuld heeft, wie de dirigent is en waarom het orkest nu pas om subsidie komt. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders niets anders gezien hebben dan de begroting en het advies van de Culturele werkgemeenschap, hetgeen zeer redelijk is. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat op de door de heer Rattinik gestelde laatste vraag moeilijk antwoord te geven is. Burgemees ter en Wethouders vragen niet, waarom het orkest nu pas om subsidie komt. Voor het verzoek bestaat misschien een ondergrond, die ook wel vermoed kan worden. Doch afgezien daarvan hebben Burgemeester en Wethouders de Culturele Werkgemeenschap ter zake gehoord. Deze heeft geadviseerd een subsidie van ƒ1000.te verlenen. Naar aanleiding van dit advies hebben Burgemeester en Wet houders zich beraden en gemeend, gezien de grote ijver, die door het orkest, dat reeds jaren bestaat, aan de dag gelegd wordt, een maal een subsidie van 1000.te moeten geven, daar de begro tingspositie 1949 zodanig is, dat dit nog wel gegeven kan worden. Wat het verlenen van subsidies in het algemeen betreft, merkt spreker op, dat dit van jaar tot jaar en van geval tot geval beoor deeld dient te Worden. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het prae-advies besloten. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het instellen van een automarkt. (Bijlagen 1949, No. 220.) De heer VAN OYEN merkt op, dat de automarkt practised reeds bestaat. Daar de Gemeente evenwel een standing op te houden heeft kan hij aan het onderhavige voorstel niet medewerken. De heer KRAMERS vindt het voorstel ongelukkig gemotiveerd. Op de eerste plaats geldt als motief het exploitatietekort van het veemarktbedrijf, terwijl de behoefte aan een dergelijke markt op de tweede plaats genoemd wordt. Het laatste motief had evenwel op de eerste plaats moeten staan. De heer WEZENBEEK zegt van de Bond van Automobiel en Garagebedrijven (B.O.V.A.G.) terzake een afschrift van een aan Burgemeester en Wethouders gerichte brief ontvangen te hebben. Het feit of er al dan niet een automarkt ingesteld zal worden, is voor discussie vatbaar. Spreker is persoonlijk wel vóór het instellen van zo'n markt, of schoon hij bang is, dat hier een markt ontstaat met voor het publiek gevaarlijke voorwaarden. Hij zou daarom willen, dat de leiding van de markt geheel in handen van de automobielhandela ren gelaten wordt. De argumenten, die door de B.O.V.A.G. in zijn brief naar voren gebracht worden, n.l. vakbekwaamheid en het hebben van een vestigingsvergunning, zijn echter niet weg te cijferen. De markt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 252