19 OCTOBER 1949
295
mogen de brandweer echter niet onthouden worden, omdat soms
enkele minuten van zeer groot belang kunnen zijn.
Wat het voorstel van de heer Dirven betreft, hierover wil spreker
eerst de brandweer om advies vragen. Indien blijkt, dat de heer
Dirven gelijk heeft, dan wil spreker de Raad voortstellen aldus te
besluiten.
De heer DIRVEN merkt op, dat alle betrokkenen gezegd hebben,
dat er nooit over een prijs gesproken is.
De heer BRINKERHOF betreurt het, dat de heer Dirven zo laat
met deze kwestie gekomen is.
De heer DIRVEN antwoordt, dat zulks komt, doordat hij de
zaak eerst grondig onderzocht heeft.
De VOORZITTER zegt eerst het een en ander te willen nagaan
om het daarna in een volgende vergadering ter sprake te brengen.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
41. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik
baarstellen van een crediet van 250.- voor het aanbrengen van
de namen van 25 in Indonesië gesneuvelde Bredase militairen op
de rouwborden in het Willibrorduskerkje te Waalre. (Bijlagen 1949,
No. 271.)
Dienovereenkomstig wordt besloten.
42. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het instel
len van een automarkt. (Bijlagen 1949, No. 220.)
De heer BRAAKHUIS zegt, dat het ter tafel liggende voorstel
tot het maken van opmerkingen aanleiding geeft. Vooreerst neemt
het gevaar op de weg met de dag toe. Als een automarkt ingesteld
wordt, dan wordt er gelegenheid gegeven om auto's te verkopen,
die allerlei gebreken hebben. Van verschillende zijden zijn er dan
ook bezwaren gekomen o.a. van de B.O.V.A.G. In een schrijven
heeft de Minister van Binnenlandse Zaken aan de B.O.V.A.G. te
kennen gegeven, dat hij hun standpunt inzake het snelle opruimen
van automarkten deelt.
Het ligt, volgens spreker, dan ook niet op de weg van Burge
meester en Wethouders om de veiligheid op de weg te doen ver
minderen. Nu kan wel gezegd worden, dat er onder deskundige
leiding verkocht wordt, doch er komen ook andere gevallen voor.
Het is spreker bekend, dat iemand op de automarkt van Vrijdag
j.l. een auto kocht. Deze wagen moest eerst in reparatie gegeven
worden, waardoor betrokkene meer dan 200.onkosten kreeg.
De deskundige, die de v/agen voorreed, speelde onder één hoedje
met de verkoper.
Spreker heeft over dezelfde kwestie een brief voor zich liggen
van de K.N.A.C., waarin gezegd wordt dat aan een automarkt vele
nadelen kleven, en van de A.N.W.B. waarin vermeld staat, dat
automarkten een slechte reputatie genieten.
Deze verenigingen zijn tegen het instellen van een automarkt.
Toch wil spreker het voorstel niet afwijzen. Wel wil hij voorstellen