296 19 OCTOBER 1949 aan het besluit tot instelling van een automarkt zodanig beperken de bepalingen te verbinden, dat uitsluitend goede auto's verkocht kunnen worden. Daartoe is een organisatie opgericht n.l. „De Eerste Nederlandse Automobiel Veiling Organisatie". De Raad moet een beslissing nemen of de markt al dan niet in gesteld wordt. Spreker is niet tegen de markt, mits er zodanige beperkende maatregelen getroffen worden, dat het kopen van slechte auto's, die een gevaar voor de weg betekenen, uitgesloten is. De heer WEZENBEEK onderschrijft, wat de heer Braakhuis naar voren gebracht heeft. Hij heeft met de secretaris van de B.O.V.A.G. een onderhoud gehad. Deze deelde mede, dat er van de zijde van de B.O.V.A.G. niet de minste medewerking te verwachten was bij het instellen van een automarkt. Een ander lid van de B.O.V.A.G., dat hij gesproken heeft, zei evenwel dat er verschillen de B.O.V.A.G.-leden zijn, die wel degelijk een automarkt wensen, al is het onder beperkende bepalingen. Het secretariaat van de B.O.V.A.G. spreekt dus niet namens alle leden. De heer JONGBLOED heeft met belangstelling geluisterd. Spreker ziet voor de Gemeente geen belang in het instellen van een automarkt, omdat hiermede de middenstand concurrentie zal worden aangedaan. Derhalve verklaart spreker zich tegen het onderhavige voorstel. De heer MEYS kan de bezwaren van de heer Braakhuis enigs zins delen. Daarom zou het misschien wel nuttig zijn Burgemeester en Wethouders te vragen na te gaan of aan deze bezwaren tege moet gekomen kan worden. De transactie tussen koper en verkoper is geheel vrij. Spreker gelooft wel, dat de te koop aangeboden auto's van goede kwaliteit zijn, doch acht het wel gewenst, dat eenvoudige veilingvoorschrif ten vastgesteld worden om de koper te vrijwaren en hem enige zekerheid te verschaffen. De heer VAN GISBERGEN heeft met belangstelling naar de vorige sprekers geluisterd. Spreker vindt, dat er zeer veel ge schermd wordt met afbraak. Hij is op de automarkt gaan kijken en heeft geconstateerd, dat er voor 90"/o goede wagens aangeboden werden. Hij vreest, dat de schoen ergens anders wringt. Het is de B.O.V.A.G., naar zijn mening niet om de slechte, doch om de goede wagens te doen. De verlichting en de outillage van de automarkt is gped, terwijl het aantal te koop aangeboden auto's toeneemt. Spreker acht het niet nodig dat te dien aanzien maatregelen getroffen worden. De heer VAN GILS vindt het schrijven van de B.O.V.A.G. niet sympathiek. In dit schrijven doet de B.O.V.A.G. het voorkomen alsof alleen de B.O.V.A.G.-leden bonafide handelaren zijn en anderen niet. Spreker kan het voorstel ten volle steunen. De heer VERMEULEN zegt, dat het motief, dat aan het onder havige voorstel ten grondslag lig|t, is het sluitend krijgen van de exploitatierekening van het Gemeentelijk Slachthuisbedrijf. Indien dit het enige motief is en niet het dienen van het algemeen belang, dan zal spreker zijn steun aan het voorstel onthouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 296