300 19 OCTOBER 1949 Spreker staat op het standpunt, dat van de meerdere kosten rente gekweekt dient te worden. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. Spreker merkt op, dat het College in een impasse zit. Tot het bouwen der woningen zal evenwel niet eerder worden overgegaan dan nadat bij de Minister getracht is het bedrag der stichtingskosten hoger vastgesteld te krijgen en na goedkeuring van de Bouwcommissie. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het verzoek van de Voorzitter besloten. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat het momenteel moeilijk is om aan geld te komen. Hedenmorgen om 11 uur werd evenwel een aanbieding gedaan om een geldlening te sluiten groot 1.000.000.a pari, looptijd 50 jaar, aflossing 2°/o per jaar, rente 3 lA en provisie V& Deze lening kan op 1 November 1949 opgenomen worden en is na 30 jaar door de geldgever opvorderbaar. Bij vervroegde aflossing is het boete-beding normaal (de eerste 5' jaar niet aflosbaar, daarna 5 jaar l'/20/o en verder 1% boete). De meerderheid van het College gaat met deze geldlening ac eoord. Het meent de lening te moeten aanvaarden om niet in moei lijkheden te geraken. Deze lening dient voor de financiering van de woningbouw en is door de Gemeente zonder boete aflosbaar, indien het Rijk de exploitatiebijdrage afkoopt. Vervolgens zegt (spreker, dat de mogelijkheid bestaat, dat een dezer dagen nog een bedrag van 1.000.000.tot 3.000.000.kan v/orden verkregen. Hij verzoekt de Raad machtiging tot het aangaan van eerstge noemde geldlening en om onder dezelfde voorwaarden de tweede mogelijkheid te aanvaarden. Het is wel gewenst, deze leningen te sluiten, daar op 1 Januari 1950 het zegelrecht verhoogd zal worden tot Zulks betekent, dat voor een geldlening van 1.000.000.een bedrag van 7500.aan zegelrecht betaald zal moeten worden. Het ligt in de bedoeling om door middel van de eerste geldlening enige kasgeldleningen af te lossen, clie gesloten zijn ten behoeve van de woningbouw. Vervolgens is nog te dekken: 118 montagewoningen tot een bedrag van 1.587.114. 96 étagewoningen tot een bedrag van 1.131.978. 54 étagewoningen tot een bedrag van 561.787. In totaal 3.280.879.— Deze woningen zullen in April 1950 gereed zijn. In totaal moet er voorts nog ten behoeve van de Woningbouw gedekt worden een bedrag van 4.171.000. De heer MEYS gelooft, dat het verstandig is om door langlopen de leningen in de geldbehoefte te voorzien. Spreker vraagt om welke redenen wethouder van Houten kasgeldleningen wil aflossen. Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat het beter is 2% kas-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 300