19 OCTOBER 1949
307
werden gebruikt. Ten tijde van het onderzoek werden door boven
bedoelde wasserij kolen gestookt, waarvan het percentage vluchti
ge stoffen lager is, zodat de hinder nagenoeg geheel was wegge
nomen.
De eigenaar van meergenoemde wasserij is verzocht er bij zijn
leverancier op aan te dringen hem kolen te leveren, waarvan het
percentage vluchtige stoffen niet meer bedraagt dan 18.
Tevens is de eigenaar er op gewezen om het vuur onder de ketel
gelijkmatig te doen stoken en tevens met de werkzaamheden er op
toe te zien, dat het stoomverbruik in de inrichting zo constant
mogelijk wordt gehouden. De eigenaar van de wasserij heeft de
toezegging gedaan, dat door hem alle medewerking zal worden
verleend om de hinder van roet zoveel mogelijk te beperken.
Vraag:
Het talud van de Boeimeersingel nabij de Wilhelminabrug brok
kelt geheel af. Kan daar een afrastering worden gemaakt?
Antwoord
Het talud is hersteld door middel van het aanbrengen van 4 stuks
perronplaten.
Vraag:
De toestand waarin de Verlaatbrug verkeert, is zeer slecht. Het
is voor kinderen en ouden van dagen onmogelijk om deze brug
zonder gevaar te passeren.
Antwoord
Het betreft hier de voetpaden van de toegangswegen tot de Ver
laatbrug. De Dienst van Openbare Werken heeft de verbetering
hiervan ter hand genomen.
Vraag:
De heer BRINKERHOF vraagt de aandacht voor de gevaarlijke
hoek Burgemeester Buijsenstraat-Ploegstraat. De tuinhaag op deze
hoek is zo hoog, dat zelfs de stadsbus niet te zien is.
Antwoord
De betreffende haag is thans geknipt. De eigenaar is aangezegd,
dat hij zijn haag laag moet houden in het belang van de veiligheid
van het verkeer.
Vraag
De heer BRINKERHOF zegt, dat zich het volgende geval op
de Gasbrug heeft voorgedaan.
Een dame fietste over deze brug, terwijl de bomen naar bene
den gingen. De sluitboom sloeg op de fiets van deze dame en ver
wondde haar aan de hand. Spreker is toen naar de brugwachter
gegaan en heeft hem gevraagd, waarom deze de sluitboom niet
een ogenblik tegen gehouden had. De brugwachter antwoordde,
dat hij de sluitboom niet tegen „kon" houden. Spreker is van oor
deel, dat zo'n boom toch stopgezet moet kunnen worden. Er kun
nen zodoende wel erger ongelukken gebeuren.
Antwoord
Met betrekking tot het hier bedoelde ongeval wordt opgemerkt,
dat zonder schade voor het bewegingsmechanisme de afsluitbomen
op de Trambrug tijdens het openen en sluiten niet tot stilstand
kunnen worden gebracht. Zulks is ook niet nodig, daar het verkeer
door het gaan branden der stoplichten wordt gewaarschuwd, dat
de bomen worden gesloten.