19 OCTOBER 1949
309
ontstaan. Op deze wijze zijn ze moeilijk op te bergen. Spreker ver
zoekt om uniformiteit.
De heer RATTINK wijst op de desolate toestand van het
Hyacintplein. De omrastering is stuk en van het grasveld is niets
meer over.
Spreker vraagt wat Burgemeester en Wethouders voornemens
zijn hiermede te doen.
De VOORZITTER antwoordt, dat gewacht moet worden op de
beslissing van Gedeputeerde Staten.
De heer WEZENBEEK komt terug op zijn vraag, die hij in de
vorige vergadering gesteld heeft over de dienstregeling der spoor
wegen. Spreker vraagt of de Voorzitter reeds iets heeft kunnen
bereiken.
De VOORZITTER zegt op 26 October a.s., een onderhoud te heb
ben met Ir. den Hollander. Gedurende dit onderhoud zal hij hier
over spreken.
De heer KRAMERS heeft gehoord, dat er op de gasfabriek en
bij de brandweer verschillende employé's zijn, die onder diensttijd
en met het materiaal van de Gemeente speelgoed maken om de
kinderen met St. Nicolaas te geven. Indien zulks het geval is dan
acht spreker het niet juist, dat deze werkzaamheden in gemeente
dienst en met materiaal der Gemeente verricht worden.
Vervolgens zegt spreker, dat door de marktbewoners aan de
Raad een request gezonden is. Dit request heeft spreker echter
niet aangetroffen.
Het is toch de gewoonte, dat Burgemeester en Wethouders een
dergelijk verzoek aan de Raad kenbaar maken, waarna het terug
genomen wordt voor advies.
De VOORZITTER zegt het request eveneens gemist te hebben.
Er zal echter een prae-advies op uitgebracht worden.
Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat hem ter ore gekomen was,
dat de eerste vraag van de heer Kramers gesteld zou worden. Hij
heeft deze zaak dan ook grondig onderzocht. Het blijkt, dat 4 of 5
man gelegenheid krijgen 's avonds van 6 tot 9 uur in de werk
plaats speelgoed te maken.
Voor dit doel is door het personeel 484.bijeengebracht. Hier
van is alle materiaal tot het kleinste schroefje toe gekocht. De
rekeningen heeft spreker ter inzage gekregen.
De heer KRAMERS ira verheugend, dat wethouder van Houten
hem deze inlichtingen verstrekt heeft. Spreker neemt gaarne zijn
vraag terug.
De heer COSIJN zegt, dat op de Haagdijk twee onbewoonbaar
verklaarde woningen staan, die met planken dichtgetimmerd zijn.
Dit is een onsmaklijk gezicht. Spreker vraagt, wat met deze wonin
gen gedaan zal worden.
Vervolgens zegt spreker, dat hedenmiddag bij de Gasbrug weer
een dodelijk ongeluk gebeurd is.
Wordt er voortgang gemaakt met deze brug?