314 27 OCTOBER 1949 Daags daarna werd de gelegenheid geboden een nieuwe geld lening te sluiten groot 1.000.000.die in het onderhavige voor stel vervat is. Wordt deze lening geaccepteerd, dan is de gemeentelijke woning bouw gedekt tot eind April 1950. De heer MEYS veronderstelt, dat met het voorstel wel accoord gegaan zal moeten worden. Spreker merkt op, dat de condities van de lening niet zo gunstig zijn als die van de vorige. Hij vraagt of bij meerdere zijden geïnformeerd is. Hij krijgt de indruk, dat er momenteel minder gemakkelijk aan geld te komen is. Derhalve zal met het voorstel genoegen genomen moeten worden. Wethouder VAN HOUTEN merkt op, dat het de gewoonte is bij verschillende adressen te informeren. Voor de onderhavige lening heeft hij geaarzeld en met hem de afdeling Financiën van de Ge meente-Secretarie. In verband met de verhoging van het zegel recht met ingang van 1 Januari a.s. en om zekerheid te hebben te kunnen doorbouwen, hebben Burgemeester en Wethouders ge meend dit aanbod te moeten accepteren, behoudens goedkeuring van de Raad. Het komende jaar is een bedrag nodig van circa 10.900.000. waarvan 4.500.000.tot einde April 1950. Daarna nog circa 5.000.000.Dit bedrag zal vermoedelijk wel bij Rijksinstellingen geleend kunnen worden. Om evenwel alle risico's te vermijden, heeft het College gemeend dit voorstel te moeten doen. Het College wenst het hoofd te kunnen bieden aan alle even tuele moeilijkheden op het gebied der financiering. De VOORZITTER zegt, dat, indien het onderhavige voorstel niet geaccepteerd wordt, de mogelijkheid bestaat, dat de gemeente in een dwangpositie komt. Om zulks te vookomen zijn de sluizen opengezet. Men moet zich derhalve de geboden kans niet laten ontgaan. De heer JONGBLOED vraagt of het Rijk geen voorschotten ten behoeve van de woningbouw verstrekt. De VOORZITTER antwoordt, dat het Rijk vroeger wel voor schotten verleende. Tegenwoordig echter niet meer. De heer JONGBLOED vraagt of het Rijk bijdragen geeft in het exploi tatietekort. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat het Rijk vroeger voorschot ten verstrekte tegen 4%. Tot op heden heeft de Gemeente hiervan geen gebruik gemaakt, doch de woningbouw zo lang mogelijk met kasgeldleningen ge financierd. Toen is een geldlening groot 10.000.000.gesloten. Uit financiële overwegingen is derhalve van de mogelijkheid rijksvoor schotten aan te vragen, geen gebruik gemaakt. Mocht de Gemeen te in het nauw geraken, dan zal het Rijk wel de helpende hand bieden. De heer JONGBLOED merkt op, dat het Rijk vroeger woning-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 314