330 16 NOVEMBER 1949 ook nog een uitweg op de grote weg hebben. Voor de 3 jaren pacht, die van Boxel nog te goed heeft en die door de Grondkamer goed gekeurd is, dient deze pachter schadeloos gesteld te worden. Gaat hij naar Tilburg, dan heeft hij toch nog recht op vergoeding, om dat hij zijn bedrijf in het belang der stadsuitbreiding „moet" verlaten. De heer JONGBLOED merkt op, dat de pachtovereenkomst in 1953 toch afgelopen zou zijn, ook al was dit er niet tussen gekomen. Wethouder VAN HAPEREN geeft dit toe, doch merkt op, dat de Gemeente in 1949 over deze grond moet kunnen beschikken. De heer SCHIJEN acht het niet juist, dat de pacht in 1953 toch afgelopen zou zijn. In dat geval zou de eigenaar een jaar van te voren op moeten zeggen. Doet hij dit niet, dan is de pachtover eenkomst weer voor 6 jaren verlengd. De heer TOXOPEUS meent, dat over deze zaak niet lang ge lsproken behoeft te worden. De Gemeente moet schadevergoeding betalen. Op hetgeen de heer Schijen gezegd heeft wil spreker een correctie aanbrengen. Niet de eigenaar verlengt de pacht, doch de pachter moet verlenging aanvragen. De heer DIRVEN vindt de schadevergoeding niet te hoog. De pachter wordt gedwongen zijn bedrijf te verlaten, ten gevolge v/aarvan hij zijn brood in een andere stad moet gaan verdienen. De grond, die van Boxel in Tilburg krijgt, is weiland. Na drie jaren van intensieve arbeid kan van Boxel pas op een behoorlijke opbrengst rekenen. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van een motorrijwiel voor de dienst van Openbare Werken.) (Bij lagen 1949, No. 309.) 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders voor het be schikbaarstellen van een crediet voor de uitvoering van riolerings- en bestratingswerken ten behoeve van de bouw van 108 étagewo ningen nabij de Heuvelstraat en de Le Mairestraat. (Bijlagen 1949, No. 317.) De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen. 24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschik baarstelling van een crediet ten behoeve van de riolering in de Zandbergweg. (Bijlagen 1949, No. 324.) De heer VAN GILS heeft bezwaar, dat eerst de riolering aan gelegd wordt en nadien een nieuwe bestrating. Spreker vindt het economischer om tegelijk met een nieuwe riolering een nieuwe bestrating te leggen. Volgens het onderhavige voorstel moet deze weg twee maal bestraat worden. Spreker kan de tegenwerking van Gedeputeerde Staten niet begrijpen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 330