16 NOVEMBER 1949 331 De VOORZITTER antwoordt, dat Gedeputeerde Staten deze be strating de gemeente onomgelijk gemaakt hebben. De weg moet eerst bijzakken. De heer JONGBLOED vraagt hoe de betreffende ambtenaren van de Dienst van Openbare Werken hierover denken. Indien de weg voor hetzelfde geld van een nieuwe bestrating voorzien kan worden, kan zulks dan niet eens geprobeerd worden. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders op een verstandige wijze zullen handelen. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschik baarstelling van een crediet voor het leggen van nieuwe en het herleggen van bestaande trottoirgedeelten in de Markendaalse- weg en de Mr. Dr. Frederikstraat. (Bijlagen 1949, No. 323.) 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaar stelling van een crediet voor bestratingen in de Graaf Hendrik III-laan hoek Julianalaan. (Bijlagen 1949, No. 328.) 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschik baarstelling van een crediet voor herstel- en vernieuwingswerk- zaamheden bij de kwekerij en opslagplaats van de dienst der Ge meente-Beplantingen. (Bijlagen 1949, No. 329.) De Raad besluit overeenkomstig deze voorstellen. 28. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver zoek van het Oranje-Comité om verhoging van subsidie. (Bijlagen 1949, No. 297.) De heer SCHIJEN heeft geen bezwaar tegen het prae-advias. Wel had spreker graag, dat het Oranjecomité de feesten meer decentraliseerde, opdat de buitenwijken hieraan zouden kunnen deelnemen. De VOORZITTER antwoordt, dat een dergelijke decentralisatie veel geld kost. In het feit, dat men bij openbare feestelijkheden naar het stadscentrum moet komen, zit een zeker genoegen. Het Oranjecomité is bovendien van mennig, dat het stadscentrum zich hiervoor beter leent. Aan de andere kant zit er iets in, dat leder in zijn eigen wijk iets doet. Bij een typisch nationaal feest is dat echter niet gemakkelijk. De heer DIRVEN merkt op, dat het Oranjecomité Prineenhage zeer actief is, zodat genoemde decentralisatie nog alleen voor Ginneken geldt. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het prae-advies besloten. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 331