16 NOVEMBER 1949 333 De heer KRAMERS merkt op, dat het in de toekomst kan voor komen, dat zich dergelijke zaken herhalen. Spreker verzoekt het College daartegen maatregelen te treffen. De heer BRINKERHOF vraagt naar aanleiding van het onder houd, dat de heer Vermeulen met de heer Vriens gehad heeft, of de stadsadvocaat hiervan op de hoogte is. Indien dat niet het geval is, dan is het misschien gewenst nog eens met Korebrits te gaan praten. Deze vraagt dan onrechtmatig een vergoeding. De VOORZITTER weet niet of in het contract stond, dat Kore brits het werk zelf zou verrichten. De heer JONGBLOED krijgt de indruk, dat het contract von het begin af niet juist geweest is, omdat Korebrits een contract aangegaan heeft, dat hij niet ten uitvoer kon brengen, omdat hij de nodige bevoegdheid miste. De Directeur der Gem. Lichtbedrijven heeft echter veronder steld met iemand te doen te hebben die bevoegd was. Dit is het zwakke punt. De VOORZITTER zegt, dat aan deze zaak voor de Gemeente veel zwakke punten zitten. Zo heeft bijv. de Directeur Korebrits niet de gelegenheid gegeven het contract ten uitvoer te leggen. Een slechte dading is vaak beter, dan een goed proces. Wethouder STRUYCKEN zegt dat onderzocht is of Korebrits tonnagetoewijzing had. Het bleek, dat hij deze had. Het staat ook vast, dat Korebrits wel een vergunning zou geki'egen hebben. Derhalve is in dit geval contractbreuk gepleegd. Wethouder VAN HOUTEN wil hieraan nog toevoegen dat er binnenskamers tussen het College en de Directeur een hartig woordje gesproken is, toen de dagvaarding gekomen was. De heer VERMEULEN is het met de heer Kramers eens, dat zulke zaken in de toekomst vermeden moeten worden. Hij vermoedt, dat hier sprake is van een mondelinge opdracht en niet van een contract. Spreker vraagt of de Directeur de be voegdheid bezit dergelijke opdrachten te verstrekken. Is het niet gewenst, dat in het vervolg deze contracten centraal opgemaakt worden De VOORZITTER antwoordt, dat de Gemeente vele zaken doet, zodat conflicten niet altijd voorkomen kunnen worden. Een dergelijke zaak moet dan ook niet te tragisch gezien worden. De heer JONGBLOED vraagt of dit conflict niet valt onder de verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid. De heer SCHIJEN zegt, dat hem uit de stukken blijkt, dat de Directeur vrij onachtzaam gehandeld heeft. Is het mogelijk in de toekomst de schuldige een draaglijk percentage te laten ver goeden De VOORZITTER antwoordt, dat iedereen, die werkt, fouten maakt. Laat dit zowel voor betrokkene als voor anderen een leer geweest zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 333