16 NOVEMBER 1949
337
van de markt met het front naar de winkels te plaatsen en op het
brede gedeelte dwars, zodat meer het karakter van een markt
plein ontstaat.
De heer KEIM meent, dat het plan van de heter Mol niet uit
voerbaar zal zijn, omdat het brede marktgedeelte op marktdagen
altijd nog een vrij druk verkeer kent.
De heer TOXOPEUS is van mening, clat de Raad heel ver afge
dwaald is van het onderhavige prae-advies. Spreker gelooft niet,
dat de wensen der marktbewoners zo ingrijpend zijn.
Het is de bedoeling, dat de kramen met het front naar de
winkels geplaatst worden en de trottoirs vrij blijven. Spreker
ondersteunt het voorstel van de heer Kramer's:.
De heer DE ROOS ondersteunt eveneens het voorstel van de
heer Kramers.
Mevrouw SLOTPLATTEL merkt op, dat veel personen met
de fiets aan de hand door de nauwe straatjes lopen. Dit veroor
zaakt schade aan kousen en kleren. Ook de moeders met kinder
wagens hebben van deze fietsen veel hinder.
Mej. KOPPELAAR zegt, dat men naar de markt komt om een
koopje te halen. Als men tweemaal per week zijn fiets moet gaan
stallen, dan wordt het koopje teniet gedaan. Het is derhalve
onjuist te verbieden met de fiets aan de hand door de smalle straat
jes te lopen.
De VOORZITTER zegt, dat het grootste bezwaar van de markt
bewoners is, dat de kramen met de achterzijde naar de winkels
geplaatst worden.
Deze proef is reeds eerder gefdaan, doch de resultaten zijn niet
meer bekend. Spreker vindt het raadzaam niet te veel te regle
menteren, omdat men toch reeds lijdt aan perfectionisme.
Spreker stelt derhalve voor eens ernstig te proberen de kramen
met het front naar de winkels te plaatsen.
De heer KRAMERS verzoekt de kooplui, die het langst de markt
bezoeken niet de gewijzigde plaatsen te laten innemen, doch zij,
die sinds kort of onregelmatig de markt bezoeken.
Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het
prae-advies en het voorstel van de Voorzitter besloten.
34. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van enige raadsleden inzake grenswijziging Buurtschap
Heusdenhout). (Bijlagen 1949, No. 303.)
De heer VAN GILS acht het onderhavige voorstel belangrijk en
ingrijpend en is zich de draagwijdte ervan bewust.
Daar ingevolge artikel 162 der Gemeentewet de gevoelens van
de Raad kenbaar gemaakt moeten worden, heeft spreker het navol-
dende betoog op 'schrift gesteld.
Dit voorstel, mijnheer de Voorzitter, is wederom gedaan omdat
de wens van de bewoners zich niet heeft gewijzigd en de toestand
ter plaatse om een spoedige oplossing vraagt. Uw prae-advies is