342
16 NOVEMBER 1949
Met 12 tegen 17 stemmen wordt het voorstel van de heer Van
Gils verworpen.
Tegen stemmen de heren H. J. van Houten; D. J. A. Kramers;
C. van den Eeden; N. G. .E Meyers; A. C. Dirven; F. P. van de
Noort; A. M. van Oosterhout; H. A. Sprangers; A. van Haperen;
J. Verschuren; L. Jonker; J. J. van Oyen; C. A. H. van Swol;
J. van Kampen; J. A. Meys; Mr A. A. M. Struycken; Drs L. van
Egeraat.
Zonder verdere bespreking wordt hierna overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
Zo U gehoord hebt, stelt de Raad een goede nabuurschap zeer
op prijs: Ongetwijfeld. Wie zou dat niet! Doch dit impliceert geens
zins, dat een gewenste en noodzakelijk geachte correctie niet tot
stand moet worden gebracht.
Mocht de poging hiertoe tot succes leiden, dan, ben ik niet be
vreesd, dat Nieuw-Ginneken aan Breda de oorlog zal verklaren.
Ik zie er zelfs een gemeentebelang voor Nieuw-Ginneken in.
Overtuigd zijnde van deze volstrekt nodige grenswijziging mag
ik met Uw prae-advies niet accoord gaan en doe het voorstel de
procedure tot grenswijziging via Gedeputeerde Staten aanhangig
te maken bij de Kroon.
De heer JONGBLOED heeft weinig aan het betoog van de
heer van Gils toe te voegen*
Spreker gelooft, dat de belangen van de bewoners van de buurt
schap Heusdenhout niet achter gesteld mogen worden bij het na
buurschap van de gemeente Nieuw-Ginneken. Derhalve gaat hij
accoord met het betoog van de heer van Gils:
De heren VAN EGERAAT en VAN OYEN steunen eveneens
het voorstel van de heer Van Gils.
De VOORZITTER wil het voorstel van de heer van Gils, om
een procedure tot grenswijziging bij de Kroon via Gedeputeerde
Staten aanhangig te maken, in stemming brengen, aangezien dit
voorstel door meerdere raadsleden gesteund wordt.
Uit de stemming blijkt, dat het voorstel van de Heer van Gils
met 31 tegen 4 stemmen is aangenomen. Tegen stemden de heren
van Haperen, Brinkerhof, van Swol en Struycken.
35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanstelling
van Ir. de Rouville de Meux als adviseur in zaken rakende de wel
standsbepaling der bouwverordening. (Bijlagen 1949, No. 304.)
De heer VAN DEN EEDEN vraagt of er in Breda of in Bra
bant geen man te vinden is, die geschikt is1 om toezicht te hou*
den op de welstandsbepalingen. Waarom moeten de adviseurs,
die het College wil raadplegen, steeds van boven de Moerdijk
komen? Indien dergelijke personen ook in dit gewest woonachtig
zijn, dan behoren deze voorkeur te hebben.
Vervolgens vraagt spreker of een salaris van f 3000.voor
26 dagen arbeid, niet te hoog is. Met reis- en verblijfkosten komt
dit op f 130.per dag. De vakman moeit hard vechten om 1 cent
per uur méér te krijgen. Deze kan soms nog geen f 3000.in een