16 NOVEMBER 1949
343
heel jaar verdienen en Ir. A. M. de Rouville de Meux verdient het
in 26 dagen.
De heer VAN SWOL zegt, dat het onderhavige voorstel hem
ten zeerste verwonderd heeft. De voorzitter heeft altijd gezegd,
dat de Gemeente voor de uitbreidingsplannen over prima krach
ten moet kunnen beschikken. Diverse; raadsleden hebben reeds
verzocht een volledig uitbreidingsplan ter tafel te brengen, waar
bij zeker met de welstand rekening gehouden zal worden. Zulks
is echter nog niet geschied.
Nu v/orden er telkens verschillende plannen aan elkaar ge
knoopt. Spreker is van mening, dat het tijd wordt dat de Raad
zo spoedig mogelijk een volledig uitbreidingsplan aangeboden
wordt, waarbij niet de welstandsgedachte rekening gehouden is.
In dit geval kan de in het voorstel genoemdé adviseur gemist
worden. Spreker kan zich verenigjen met hetgeen door de heer
van den Eeden gezegd is. Hij had verwacht, dat iemand uit dit
gewest voorrang gekregen zou hebben.
De heer MOL meent toch blij te moeten zijn met het voorstel
van het College om Ir. de Rouville de Meux te benoemen tot su
pervisor over de welstandsbepalingen.
Het is altijd zeer moeilijk om de beste man te kiezen. Spreker
kan zich voorstellen waarom verschillende raadsleden gezegd
hebben: waarom altijd iemand van buiten deze stad. Het College
heeft gemeend, dat er eens enkele injecties gegeven moesten
worden van buitenaf.
De patient kan evenwel ook te veel injecties krijgen. Hij geeft
Burgemeester en Wethouders in overweging jonge talenten min
of meer belangrijke opdrachten te geven. Door de komst van Ir.
de Rouville de Meux krijgt de gemeente de garantie, dat alleen
goed werk doorgelaten zal worden. Ook aan plaatselijke krachten
dient een kans gegeven te worden.
Op het honorarium worden ook aanmerkingen gemaakt. Ir. de
Rouville de Meux is echter bereid over de hem toevertrouwde
zaken te corresponderen, waardoor zijn taak uitgebreider wordt.
Spreker vindt het voorgestelde honorarium verantwoord.
De heer SCHIJEN is evenals de heer Mol verheugd dat de ge
meente een erkend deskundige aangezocht heeft, aangezien ze
een welstandstoezicht nodig heeft.,
Is een welstandsverordening soepel, dan kan ze ontdoken wor
den, is ze streng, dan werkt ze te stroef. Wordt de toepassing er
van in handen gelegd van een ambtenaar, dan zou zulks een zekere
verstarring met zich kunnen brengen. Bovendien kan een ambte
naar nooit even hoog boven de partijen staan als een onpartijdig
deskundige.
Daarom juicht spreker het toe, dat een buitenstaander voorge
dragen is. Het kiezen van een persoon uit de hoogste regionen
zal bij de architecten vertrouwen wekken.
Het gevolg van deze keuze is, dat de boujw- en welstandsbepa
lingen doeltreffend toegepast kunnen worden.) De jongere archi
tecten kunnen dan hun talent ontplooien.
De heer TOXOPEUS acht het een voordeel, dat de komst van
Ir. de Rouville de Meux een leerschool voor de architecten kan
betekenen. Spreker wil een lans breken voor de ambtenaren. Hij