346 16 NOVEMBER 1949 De heer BREKELMANS heeft tegen het voorstel geen bezwaar. Integendeel, hij juicht het zelfs toe.i Spreker vraagt of het niet op de weg van de gemeente ligt ook „Het Groene Kruis" in de gelegenheid te stellen in een van die wijken een consultatiebureau te stichten. De VOORZITTER antwoordt, dat, indien zulks gevraagd wordt, de gelegenheid geboden zal worden. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 42. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot deelneming in de stichting „Financieringsinstituut Detailhandel De Baronie" door afzondering van een bedrag van 100.(Bijlagen 1949, No. 327.) 43. Wijziging der begroting 1949. De Raad besluit overeenkomstig het voorstel en de be grotingswijzigingen. 44. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot herziening van het uitbreidingsplan v.m. Ginneken en Ba vel (v. Gaverenlaan e.o.) (Bijlagen 1949, No. 307.) De heer BRINKERHOF merkt op, dat de tekening, die ter visie heeft gelegen, niet geheel juist is^ De VOORZITTER antwoordt, dat de tekening herzien zal wor den. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het instellen van beroep bij de Kroon van het besluit van Gedeputeerde Staten tot vaststelling van de bedragen als bedoeld in art. 55bis der L.O. wet 1920 over 1949. (Bijlagen 1949, No. 332.) De heer VAN EGERAAT wil, naar aanleiding van het voor stel, enkele kleine opmerkingen maken. Op de eerste plaats stelt de gemeente Breda het gemiddeld bedrag voor het volgende jaar op f 30.per leerling. Men kan dus veronderstellen, dat f 30. een redelijke vergoeding is. In het voorstel wordt er evenwel op gewezen dat Gedeputeerde Staten een lager bedrag n.l. f 28,<redelijk vinden. Dit bedrag vindt de Gemeente Breda te hoog. Hoe kan ze dan zelf een be drag van f 30.vaststellen? Spreker ziet hierin een paradox,, Op de tweede plaats wordt in het voorstel gezegd, dat door de Inspectie voor het Lager Onderwijs de kosten worden berekend volgens een bepaalde formule. Dit bedrag zou veel lager liggen, dan het door Gedeputeerde Staten vastgestelde bedrag. De In spectie stelt dit bedrag op f 27,50, dus practisch gelijk aan het bedrag van Gedeputeerde Staten. Op de derde plaats weet spre ker, dat de kosten in deze gemeente niet geheel te vergelijken zijn met die van Amsterdam. Het gemidideld bedrag per leerling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 346