13 DECEMBER 1949 361 meester en Wethouders gedelegeerd is. Bedoeld besluit is echter zeer oud. De heer JONGBLOED merkt op, dat de Raad toch ook nog vele huishuren moet vaststellen. Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat zulks slechts voor woningwetwoningen geldt, waarvan de Raad alleen maar de mi nima en de maxima der huren vaststelt. Zonder verdere bespreking wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verlenen van een crediet voor de verbouwing van het gemeentehuis. (Bij lagen 1949, no. 348.) De VOORZITTER zegt, dat de redactie van het onderhavige voorstel hem ontgaan is. Dit voorstel wekt de indruk, dat de Raad in 1947 een klein crediet gevoteerd heeft en dat er nadien maar op los gebouwd is. De Raad is evenwel bij een latere be spreking accoord gegaan met een crediet van f 30.000.De eigenlijke bouwkosten liggen niet veel hoger. Spreker heeft ge meend, dat het gerestaureerde gedeelte van het gemeentehuis op een waardige wijze dient aan te sluiten bij het kerngedeelte. De heer MEYS merkt op, dat de Raad iets ontgaan kan en ook v/el ontgaan zal zijn. De gegeven toelichting is van dien aard, dat de nieuwe raads leden geen volledig inzicht kunnen hebben in deze zaak. Er is wel eens gesproken over een crediet van f 30.000.Het is mogelijk dat er een formaliteit niet in acht genomen is, die in acht geno« men had moeten worden. Spreker stelt derhalve voor het onderhavige voorstel aan te houden om eventueel in een geheime vergadering beter ingelicht te worden. Het voorstel bevredigt hem niet, waarom hij er iets meer van wil weten. Do heer JONGBLOED ziet het nut er niet van in het voorstel aan te houden. Spreker weet hoe de vork aan de steel zit. Er zit iets scheefs in deze gang van zaken. Het was verstandiger ge weest, als dit bedrag van f 30.000.in een begrotingswijziging vastgelegd was. Dit is echter niet geschied, wat niet commel il faut is. Tegen de verbouwing heeft spreker geen bezwaar daar het stadhuis een waardig gebouw voor de stad moet zijn. Was er cre diet gevraagd, dan zou het zeker gevoteerd zijn. Er is echter geen crediet gevraagd. Spreker wil hiervan geen strijdpunt maken. Hij wil evenwel nogmaals benadrukken de Raad niet voor een voldongen feit te stellen. Zoiets geeft brokken. Op 26 November 1948 vond de aanbesteding plaats. Toen had reeds officieel crediet gevraagd moeten worden. Spre ker zal zich echter tegen het voorstel niet verzetten. Hij verzoekt de Raad deze zaak zo spoedig mogelijk af te han delen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 361