364 13 DECEMBER 1949 te verkrijgen tot subsidieverhoging over te gaan zonder dat de Regering haar aandeel in de kosten verlaagt. Moet uit de mededeling in het prae-advies de conclusie getrok ken worden, dat dit aantal in Breda inderdaad abnormaal groot is Spreker vraagt of deze subsidieverhoging voor onbepaalde tijd geldt. Er v/ordt reeds een bedrag van f 4600.- wegens subsidie in de salariskosten van het overgenomen personeel geraamd. Volgens het prae-advies zal aan het Burgerlijk Armbestuur ook nog een extra bedrag van f SOOO.in rekening gebracht worden. In totaal is dit een bedrag van f 12.600. Spreker verzoekt hem hierover uitleg te geven. Van het Burgerlijk Armbestuur worden er 10 krachten over geheveld naar particuliere instellingen terwijl toch het subsidie van f 4600.met f 8.000 verhoogd wordt. Spreker zou graag weten of deze gedachtegang juist is. Het is hem opgevallen, dat op de begroting 1949 van de Katho lieke Gezinszorg een zeer groot ongedekt bedrag voorkomt. Van de totale uitgaven ad. f 58.301.— blijft een bedrag ad. f 14.838.25 of 25% ongedekt. 26°/o wordt gedekt door contributies en 49% door overheidssubsidie. In de toelichting op deze begroting deelt het Bestuur mede, dat het gewenst kan zijn het subsidie te ver hogen. Dit wordt echter een principiële zaak. Geschiedt de ge zinszorg door particuliere instellingen dan moeten ze de con sequenties dragen en niet een respectabel groot deel op de over heid gaan verhalen. Bij de Kerkelijke Gezinszorg wordt 49% der uitgaven gedekt door eigen bijdragen, 21"/,, door het overheidssubsidie. Het niet gedekte tekort bedraagt 30% of 5% meer dan bij de Kath. Ge zinszorg. Spreker vraagt of de Gemeente aan de grens van deze subsidie verlening gekomen is of nog verder wil gaan. Vervolgens vraagt spreker of er voor het verrichten van ge- zinsverzorgingswerk bepaalde tarieven bestaan en of er naar ge streefd wordt de geholpenen, zoveel mogelijk, in de kosten te laten betalen. Het tarief dient progressief te zijn. Er behoort goed onderscheid gemaakt te worden tussen ge- zinsverzorgsterswerk en gezinshulpwerk. Het gezinsverzorgsterswerk wordt gesubsidieerd, het gezins hulpwerk echter niet. Volgens het jaarverslag zijn er van de 450 gevallen, waarin de helpende hand geboden werd, 200 gevallen, waarin hulp ver leend is bij a.s. bevalling. Een dergelijke hulp behoeft toch niet door een gezinsverzorgster verleend te worden? Is het inderdaad wel zo, dat er altijd van „verzorgsters" gesproken kan worden? Er dient vooral opgepast te worden niet alle risico's uit de maat schappij weg te nemen. Daardoor wordt het verantwoordelijkheids gevoel gedood. Spreker is van oordeel, dat de Gemeente zich aan het verleende subsidie moet houden en niet verder dient te gaan. Een al te gemakkelijk beroep op de overheidssteun en een al te gemakkelijke verlening daarvan zijn, ook financieel gezien, in deze tijd zeer zeker niet verantwoord. De heer VELDKAMP kan met enkele punten van het betoog van de heer Vermeulen instemmen. Hij wil de opmerking maken, dat het hem tot vreugde stemt, dat de Gemeente; deze sociaal- charitatieve taak overgedragen heeft aan het particulier initiatief.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 364