366 13 DECEMBER 1949 leveren. De helft hiervan moet voor de Gemeente Breda worden afgestaan. Geleidelijk breidt dit corps zich uit, zodat steeds meer werk verzet kan worden. Toch blijven er nog wel enige moeilijk heden over. De gezinsverzorgsters beginnen bijv. eigenlijk te laat. Als ze om half negen in het gezin komen, is do moeder het bed reeds uit om de kinderen naar school te helpen. Er is verzocht hier in verandering te brengen. Aan de andere kant is de taak der gezinsverzorgsters niet alleen lichamelijk zwaar. Ze moeten ook geestelijk sterk zijn. Daarom moeten ze 's-morgens in de gelegen heid gesteld worden zich eerst te kunnen vo.rzorgen. Spreker hoopt met deze toelichting de gestelde vragen beant woord te hebben. De lieer VERMEULEN zegt, dat het uit dit pleidooi lijkt, alsof hij het nut van de gezinszorg in twijfel heeft getrokken. Zifjks vindt hij niet aardig van de wethouder. Spreker heeft het slechts gehad over de financiële aspecten en had daarop alsnog graag antwoord. De heer JONGBLOED is uitermate verbaasd over de wijze, waar op wethouder Romsom de vragen van de heer Vermeulen beant woord heeft. Deze heeft slechts over het financiële gedeelte vragen gesteld, waarop geen antwoord gegeven is. Bij de Nieuwjaarsrede van dit jaar was reeds over deze materie gesproken. Spreker heeft toen gezegd er principiëel bezwaar tegen te heb ben, dat men om gezinszorg verwezen moet worden naar een ander lichaam. Derhalve achtte hij de overheveling van de gezinszorg naar par ticuliere instellingen niet juist. Spreker meent in de betreffende criculaire te hebben gelezen, dat de subsidiëring niet geldt voost gezinshulp, t.w.z. in de gevallen waarin de moeder nog in het gezin aanwezig is. Hij vraagt zich af of dan deze hulp wel nodig is. Spreker merkt op, dat wethouder Romsom geen enkele vraag af doende beantwoord heeft. Wethouder ROMSOM zegt, dat het zijn bedoeling niet is ge weest te doen voorkomen, dat de heer Vermeulen het gezinszorg- werk becritiseerde. De buitenwereld tracht dit werk evenwel ge makkelijk te onderschatten. Zijn betoog slaat derhalve niet op de heer Vermeulen. Wat men voor de gezinshulp moet betalen is een aangelegenheid, die de Stichting betreft. Bij het bepalen der tarieven wordt rekening gehouden met de economische omstandig heden van het gezin. De Gemeente staat buiten deze tariefsbepaling. De heer VERMEULEN zegt. bij het verslag van de R.K. Gezins zorg geen financieel verslag aangetroffen te hebben. Wethouder ROMSOM zegt, dat door de Stichting het kalender jaar aangehouden wordt, zodat dit verslag nog niet ontvangen is. Spreker zegt, dat deze materie inderdaad reeds eerder aan de orde is geweest. Toen is door de heer Jongbloed gevraagd of alle gezindten ge holpen zullen worden. De heer BREKELMANS merkt op, dat door hem deze vraag gesteld is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 366