13 DECEMBER 1949 381 De heer VAN DE NOORT verzoekt de Voorzitter de antwoorden op gestelde vragen ter visie te leggen. De VOORZITTER vraagt of de Raad hiermede accoord kan gaan. Daar niemand het woord verlangt, wordt besloten de schrifte lijke antwoorden op gestelde vragen in den vervolge ter visie te leggen. De heer VAN DEN EEDEN verzoekt in de Catharinastraat een bord te plaatsen, dat het voor auto's verboden is elkaar te passeren. De VOORZITTER zal dit de Verkeerscommissie voorleggen. De heer BRINKERHOF zegt dat de woningen, gelegen aan de Rijsbergseweg, nog steeds van gas verstoken zijn. Spreker heeft reeds 9 maanden geleden aansluiting op het net verzocht. Hij verzoekt hier spoedig werk van te maken. De heer VAN SWOL dankt voor de voorziening, getroffen ten behoeve van de bewaker der opslagplaatsen van de dienst van Openbare Werken. Met het antwoord van de Commissaris van Politie over de uitrit van de Vrederustlaan is spreker het niet eens. Deze uitrit is buitengewoon gevaarlijk. Voorts verzoekt spreker aandacht voor het punt van samen komen van de Rijsbergseweg en de Rijksweg. Ter plaatse is niet duidelijk aangegeven welke der 2 wegen voorrangsweg is. De VOORZITTER antwoordt, dat hierover een brief naar de Rijkswaterstaat verzonden is. De heer KRAMERS verzoekt in de Ginnekenstraat een eenzijdig stopverbod zoals op de Ginnekenweg. De heer TOXOPEUS vraagt hoe het staat met het „zacht" reg lementeren van de automarkt. De VOORZITTER antwoordt, dat daar nog niets aan gedaan is. Spreker heeft deze zaak doorgegeven aan de Directeur van het Openbaar Slachthuis. De heer VAN OYEN merkt op, dat de vragen in het openbaar gesteld worden. Hij vindt het van belang, dat de beantwoording eveneens in het openbaar plaats vindt. De VOORZITTER antwoordt, dat hem zulks hetzelfde blijft. Hij vindt het vragenrecht belangrijk. Het zou hem echter spijten indien de vragen ontaarden in betogen. De heer VAN OYEN bedoelt niet het ontaarden van de vragen in betogen. Hij bedoelt slechts, dat de pers gelegenheid dient te krijgen de schriftelijke antwoorden op gestelde vragen te kunnen inzien. De VOORZITTER zegt toe de pers inzage te zullen geven. Hij wil echter ook de beantwoording voorlezen, zoals nu het geval is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 381