14 DECEMBER 1949
389
van de betreffende grond om tot uitvoering dezer werkzaamheden
te komen. Uw mening hierover verneem ik gaarne.
Verder komt het mij niet in strijd met de gemeentebelangen
voor, om de grondmassa's ontstaan door ophoping van het huis
vuil te bezigen voor het dichten van laaggelegen stukken gelegen
in een aangrenzende gemeente, omdat hierdoor toch bereikt kon
worden, dat het tekort aan tuinbouwgrond wordt verminderd.
De Burgemeester der aangrenzende gemeente, hierover gespro
ken, voelt hier veel voor en wil bevorderen, dat daarvoor een rede
lijke vergoeding aan onze gemeente gegeven wordt.
Met betrekking tot de aanwendingsmogelijkheid van huisvuil
had ik nog een belangrijk werkobject in mijn gedachte, doch het
komt mij voor, dat het juiste moment nog niet is aangebroken om
hierover in het openbaar uit te wijden.
Gaarne wil ik t.g.t. hierover met u college van gedachten wis
selen.
Mijnheer de Voorzitter, gekomen aan het eind van mijn betoog
wil ik namens onze fractie te kennen geven, dat men algemeen
klaagt over de te lange agenda's voor de raadsvergaderingen en
over het dikwijls te laat indienen van belangrijke voorstellen, die
dan soms nog te weinig zijn voorbereid en te weinig voor
gelicht. Hier bedoel ik niet de agenda van gisterenavond. Deze
grootte zat niet in de lengte doch wel in de breedte.
Wanneer in de toekomst de agenda's te lang zijn en daardoor de
behandeling der punten niet binnen een redelijke tijd kan worden
afgewerkt, stellen wij ons voor om een voorstel te doen tot aan
houding van een aantal punten.
De andere leden onzer fractie waren niet voornemens bij de al
gemene beschouwing het woord te voeren, doch enkele daarvan
menen dit toch te moeten doen, omdat enige vragen door hun
gesteld bij een of ander hoofdstuk in het Centraal Rapport en
Antwoord onder de Algemene Beschouwingen zijn terecht ge
komen. Zij zullen echter eerst spreken in tweede instantie om te
benadrukken de algemene beschouwingen niet te willen uitdijen.
Mag ik dan sluiten met het uitspreken van de hoop dat we met
Gods zegen vele belangrijke besluiten voor de gemeente in het
komende jaar mogen nemen.
Ik dank de Voorzitter, de wethouders, de gemeente-secretaris en
het gemeentepersoneel hartelijk voor de samenwerking en de be
reidheid om ons bij inlichtingen ter wille te zijn.
De heer JONGBLOED zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
Naar aanleiding van de gebeurtenissen van gisteravond wilde ik
aanvankelijk mijn betoog wijzigen. Het gebeuren is echter zo in
cidenteel, dat ik hoop, dat zich zoiets niet meer zal herhalen.
Een jaar is maar zo weer voorbij en voordat we er erg in hebben
zit deze vergadering weer voor haar jaarlijkse grote kluif, de
begroting voor het volgend jaar. Smaken verschillen en ik durf
dus geen uitspraak te doen of deze kluif beter smaakt, dan de
varkenskluif, welke nu weer in de erwentsoep wordt opgedist. Wat
mij persoonlijk betreft, zeg ik, alles op zijn tijd, maar bepaald een
tractatie kan ik de jaarlijkse begrotingskluif toch niet vinden.
Niettemin wil ik mij niet onttrekken aan deze maaltijd en het zal
van omstandigheden afhangen of wij na afloop al of niet een vol
daan gevoel hebben.
De omstandigheden, waaronder wij beginnen, zou ik althans in