392
14 DECEMBER 1949
opgevallen, dat men zelfs de toch al zo summiere raadsverslagen in
onze dagbladen niet leest, terwijl een opmerking mijnerzijds, dat
door de raad toch dikwijls zaken worden behandeld, die hen niet
onverschillig kunnen zijn, werd beantwoord met: „Uitgaven van
soms millioenen guldens worden met een hamerslag aangenomen
en over futiliteiten van enkele honderden guldens praat men uren".
Dit oordeel is denigrerend voor de raad en de feiten zelf zijn er,
maar niettemin bewijst het, dat men alleen oog heeft voor cijfers
en niet voor de merites van de gemeentelijke aangelegenheden. Het
feit, dat dank zij de goede onderlinge verhoudingen de discussies
als regel op een gemoedelijke toon worden gevoerd, zodat zich in
onze raad nimmer relletjes voordoen, is wellicht de oorzaak van de
geringe belangstelling der publieke opinie en dan zou het middel
erger dan de kwaal zijn. Toch mag ons die geringe belangstelling
niet koud laten en ik zou daarom het college van Burgemeester en
Wethouders in overweging willen geven om zich nader te beraden
op het door de heer Egeraat gelanceerde idee om, evenals in
Utrecht, een burgerschapsdag in te stellen, alsmede of het in het
leven roepen van een jeugd-gemeenteraad geen aanbeveling ver
dient. De voorlichting van het publiek door onze dagbladen is ge
leidelijk groter geworden nu de papierschaarste voorbij is, maar
toch ben ik daarover nog niet tevreden. De verslaggevers doen hun
best, maar het streven om van het raadsverslag een als het kan
min of meer smakelijk verhaal te maken, doet meermalen aan de
volledigheid en soms ook aan de objectiviteit schade. De alge
mene politieke voorlichting door de dagbladpers heeft evenmin
mijn bewondering. Wanneer men, zoals de Stem doet, een verzoek
om aandacht te willen schenken aan het culturele programma van
het Instituut voor Arbeidersontwikkeling, zonder meer voor noti
ficatie aanneemt en ook in de dagagenda daarvan geen melding
maakt, dan mag men kunnen zeggen, dat dit haar goed recht is,
hoewel de beleefdheid zou hebben meegebracht om van de weige
ring mededeling te doen, doch dan is het misleidend om dit blad te
doen doorgaan voor een „algemeen" dagblad en de Bredasche
Courant, die neutraal wil zijn, koerst hoe langer hoe meer in libera
le richting. De artikelen van de Torenwachter zijn kennelijk gericht
op het bespelen van die snaren, waarvan de melodie het volkssen
timent streelt. Bepaald stuitend was het artikel in het nummer
van j.l. Zaterdag voorzover daarin smalend wordt gesproken over
het in de arm nemen van een architect uit het „Noorden", het
tussen aanhalingstekens vermelden van „gaarne aanvaard", daar
door insinuerende, dat men bij voorkeur deskundigen van boven de
Moerdijk kiest en door foutieve weergave van honorarium, eigenlijk
wil zeggen met die woorden „gaarne aanvaard". „Dat dankt je de
donder". Een blad, dat in Rotterdam gedrukt wordt en deels een
editie is van een Rotterdams Nieuwsblad, past een dergelijke taal
niet en diende indachtig te zijn aan het spreekwoord „wie boter
op z'n hoofd heeft, moet niet in de zon lopen."
M. d. V. Genoeg herover, want het is boter aan de galg gesmeerd
en ze is duur. M.a.w., we kunnen onze tijd beter besteden..
Ik kom dan tot het algemene beleid van Burgemeester en Wet
houders en meer in het bijzonder tot de finantiële aspecten, zoals
deze zich afspiegelen in de begroting. Daarbij wil ik nogmaals
vooropstellen, dat ik diep respect heb voor het élan, waarmede u,
Mijnheer de Voorzitter, zovele belangrijke zaken hebt aangepakt
en behandeld, aan een opsomming waarvan ik mij niet waag om
dat zij onvolledig zou zijn en omdat er bij zijn, die nog niet open-